Naar boven ↑

Rechtspraak

Stichting Zorggroep STR/Knipham B.V. en Knipscheer
Rechtbank Den Haag, 28 maart 2012

Stichting Zorggroep STR/Knipham B.V. en Knipscheer

Knipham/Knipscheer dient te veel ontvangen pensioen(premies) en managementfee aan STR te betalen. STR is gehouden tot pensioenvoorziening met backserviceverplichting tot 25e levensjaar Knipscheer. Knipham/Knipscheer heeft geen informatieplicht jegens STR geschonden bij indiensttreding door te zwijgen over te dure pensioenregeling voorganger

Knipscheer heeft via zijn management-bv, Knipham, voor STR gewerkt van 1 september 1992 tot zijn pensionering in 2003. STR heeft aan de management-bv vergoedingen voor pensioenpremies voldaan van meer dan 1,3 miljoen euro, hetgeen aanmerkelijk meer was dan het totaal aan betaalde management fee. STR stelt zich op het standpunt dat zij veel meer heeft betaald dan zij verschuldigd is en vordert het te veel betaalde van Knipham en/of Knipscheer terug. STR stelt zich onder meer op het standpunt dat Knipscheer bij de overgang van HBH naar STR zeer goed op de hoogte was van de ongebruikelijke backserviceverplichting tot het 25e levensjaar in de pensioenregeling van HBH. Het had op de weg van Knipham/Knipscheer gelegen STR hierover te informeren.

De rechtbank oordeelt als volgt. Allereerst verwerpt de rechtbank het beroep van Knipham/Knipscheer op verjaring. Wat de eerste stelling van STR betreft (informatieplicht Knipham/Knipscheer) oordeelt de rechtbank dat STR zelf bij indiensttreding aan Knipham/Knipscheer heeft toegezegd een deel van de pensioenbreuk af te financieren op basis van backserviceverplichtingen. Het had op dat moment op de weg van STR gelegen om informatie bij Knipham/Knipscheer in te winnen, dan wel een deskundige te raadplegen, hetgeen zij niet heeft gedaan. Knipham/Knipscheer behoefde op dat moment niet te waarschuwen voor de mogelijk zeer vergaande financiële gevolgen. Temeer omdat deze verplichting in 1992 qua omvang meeviel. De vraag is vervolgens welke verplichting STR heeft overgenomen. Daarvoor is doorslaggevend de pensioenvoorziening zoals die heeft gegolden bij HBH. De rechtbank oordeelt dat uit de stukken blijkt dat Knipham/Knipscheer zelf de backserviceverplichtingen tot de hoogte van de salarisverhoging per 1990 voor zijn rekening diende te nemen, maar dat HBH de backserviceverplichtingen horende bij de salarisverhoging tot haar rekening zou nemen. Hieruit volgt dat de stelling van STR dat de backserviceverplichtingen tot het 25e levensjaar van Knipscheer niet zijn overeengekomen, faalt.

Bij vonnis van 17 november 2010 is Knipham/Knipscheer reeds veroordeeld tot terugbetaling van door STR aan PGGM betaalde premies van € 127.423 wegens onverschuldigde betaling. Thans staat de vraag centraal vanaf welk moment de wettelijke rente is verschuldigd. De rechtbank oordeelt dat dit vanaf 1 januari 2008 het geval is, omdat eerst in 2007 het bedrag aan PGGM is betaald. Knipham BV dient een bedrag van € 99.350 aan STR te betalen wegens ongerechtvaardige verrijking aan te veel betaalde management fees.

  • Instantie: Rechtbank Den Haag
  • Datum uitspraak: 28-03-2012
  • Roepnaam: Stichting Zorggroep STR/Knipham B.V. en Knipscheer
  • Zaaknummer: 329044 / HA ZA 09-289
  • Nummer: AR-2012-0306
  • Onderwerpen: Pensioen
  • Trefwoorden: pensioen, affinanciering, backservice, informatieplicht en onverschuldigde betaling