werknemer/Individu Consultants BV

Tussen werknemer en Individu zijn vanaf 7 juli 2010 een aantal overeenkomsten gesloten, die als aanduiding vermelden Uitzendovereenkomst Fase 1 & 2 en in welke overeenkomsten is bepaald dat een uitzendovereenkomst wordt aangegaan voor de duur van de terbeschikkingstelling. In de uitzendovereenkomsten is een uitzendbeding overeengekomen. De NBBU-CAO voor Uitzendkrachten is van toepassing. Werknemer is op 22 september 2010 aangevangen met werkzaamheden als Aspirant-Verkeersregelaar. Individu heeft op 6 oktober 2010 aan werknemer meegedeeld dat zijn werkzaamheden beëindigd worden. Nadien is hij niet meer ingezet. Partijen verschillen van mening over de vraag of sprake is van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd of een uitzendovereenkomst fase 1.  

De kantonrechter oordeelt als volgt. Nu de gesloten overeenkomsten voldoen aan de definitie van uitzendovereenkomst als bepaald in artikel 7:690 BW, dient er in beginsel vanuit gegaan te worden dat sprake is van een uitzendovereenkomst fase 1. De NBBU-CAO kent pas in fase 3 een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Werknemer heeft aangevoerd dat hij gezien de verklaringen en gedragingen van Individu er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat hij gedurende langere tijd bij Individu werkzaam zou zijn. De kantonrechter is – met Individu – van oordeel dat geen arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd tot stand is gekomen. Noch uit de verklaring deelname cursus verkeersregelaar, noch uit terbeschikkingstelling van een uniform kan worden afgeleid dat Individu in weerwil van de – voor iedere tewerkstelling separaat door beide partijen getekende uitzendovereenkomst – het vertrouwen heeft gewekt dat sprake zou zijn van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Nu sprake is van een uitzendovereenkomst is de volgende vraag of Individu deze overeenkomst per 7 oktober 2010 kon beëindigen, zonder schadeplichtig te zijn jegens werknemer. Er is een uitzendbeding ex artikel 7:691 lid 2 BW overeengekomen. Individu wordt in de gelegenheid gesteld te bewijzen dat de inlener Individu heeft verzocht werknemer niet meer in te zetten. Volgt aanhouding van de zaak.