werknemer/Boele & Van Eesteren BV c.s.

Werknemer is tijdens zijn werkzaamheden als medewerker technische dienst van Stichting Saffier een ongeval overkomen. Op het moment van het ongeval werden in het woon- en zorgcentrum renovatiewerkzaamheden verricht, waarbij onder meer tussen de vijfde en zesde verdieping van het gebouw een vlizotrap zou worden geplaatst. Terwijl werknemer zich bevond op een steekladder, die niet was geborgd, is deze steekladder gaan glijden, waarna hij vervolgens ten val is gekomen. Werknemer heeft daarbij lichamelijk letsel opgelopen. Boele & Van Eesteren voerde de werkzaamheden uit, die op haar beurt de uitvoering van de werkzaamheden had opgedragen aan Bébouw BV. Bébouw heeft de trap zonder borging tegen de verdiepingsvloer aangezet en is naar aanleiding van een rapport van de Arbeidsinspectie strafrechtelijk veroordeeld. Thans is in geschil of ook Boele & Van Eesteren en Stichting Saffier aansprakelijk zijn.

De rechtbank oordeelt als volgt. Vast staat dat er geen markering of andere waarschuwing was gegeven dat de ladder in dit geval niet kon worden gebruikt. Door de ladder echter achter te laten in het trapgat heeft Boele & Van Eesteren bij derden de indruk gewekt dat deze ladder kon worden gebruikt, waarbij de kans op een ongeval met letsel tot gevolg aanmerkelijk was. Door een dergelijke gevaarzettende situatie in het leven te roepen, zonder hiervoor op afdoende wijze te waarschuwen, heeft Boele & Van Eesteren onrechtmatig jegens werknemer gehandeld. Het beroep op eigen schuld wordt verworpen.

Stichting Saffier is niet aansprakelijk voor de schade. Zij was er niet van op de hoogt dat de vlizotrap werd geplaatst, zodat zij ook geen (veiligheids)maatregelen heeft kunnen treffen. Stichting Saffier kan dan ook niet worden verweten dat zij tekort is geschoten in enige zorgvuldigheidsverplichting die zij als werkgeefster jegens werknemer in acht dient te nemen.