Cleopatra BV/werknemer

Werknemer is sinds 2006 in dienst van Cleopatra als medewerker helpdesk. X heeft de direct leidinggevende van werknemer in de zomerperiode vervangen. Volgens werknemer heeft X zich ten opzichte van hem zacht gezegd nogal bizar gedragen. Zo was er sprake van door werknemer als ongewenst ervaren aanrakingen, zoals het wrijven over de buik van werknemer en het vastpakken van diens tepels. Ook maakte X geregeld vernederende en/of seksueel getinte opmerkingen. In een functioneringsgesprek is kritiek geuit op het functioneren van werknemer. Werknemer heeft hierna een klacht ingediend wegens seksuele intimidatie. Uiteindelijk heeft een gesprek plaatsgevonden tussen X en werknemer, waarna werknemer na zijn ziekmelding het werk weer zou hervatten. Thans verzoekt Cleopatra ontbinding wegens disfunctioneren.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Hoewel het functioneren van werknemer gedurende de afgelopen jaren kennelijk niet altijd vlekkeloos is geweest, is er niets wat erop wijst dat hij om die reden niet kan worden gehandhaafd. Voldoende aannemelijk is geworden dat de uiteindelijke beslissing om te streven naar beëindiging van het dienstverband in niet geringe mate is ingegeven door de klacht tegen X wegens seksuele intimidatie. Het kan heel goed zijn dat deze beslissing niet was genomen als het om een meer gewaardeerde werknemer ging, maar het mag niet zo zijn dat de indiening van een dergelijke klacht dan de doorslag geeft. Dit temeer niet nu deze klacht, zoals van de kant van Cleopatra niet, dan wel onvoldoende betwist is gebleven, inhoudelijk gegrond is. Een direct leidinggevende heeft zich dusdanig misdragen ten opzichte van een ondergeschikte dat het onbegrijpelijk is dat Cleopatra daar zo laconiek op heeft gereageerd en daarnaar geen zelfstandig onderzoek heeft ingesteld, laat staan X op duidelijke wijze heeft gecorrigeerd. Volgt afwijzing van het ontbindingsverzoek.