Rechtspraak
werknemer/Riako Noordwest BV
Werknemer (56 jaar) is sinds 2003 werkzaam bij Riako, laatstelijk als Hoofd Facilitair. Op 5 juli 2011 heeft de kantonrechter te Haarlem op verzoek van Riako de arbeidsovereenkomst met werknemer ontbonden onder toekenning van een vergoeding ten laste van Riako van € 75.000 bruto. Riako heeft het verzoek ingetrokken. Vanaf 15 juli 2011 is werknemer arbeidsongeschikt. De bedrijfsarts heeft geconstateerd dat sprake is van een fors arbeidsconflict. Werknemer verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens een dringende reden als bedoeld in artikel 7:679 BW, bestaande uit slecht werkgeverschap zoals is gebleken uit herhaalde te late betaling van het salaris en pensioenpremies en het inschakelen van Hoffmann Bedrijfsrecherche, zodat (daarmee) sprake is van zodanige verandering in omstandigheden dat van werknemer niet gevergd kan worden dat de arbeidsovereenkomst voortduurt. Werknemer verzoekt een vergoeding met C=3 toe te kennen.
De kantonrechter oordeelt als volgt. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden wegens een verstoorde arbeidsrelatie. Niet is gebleken dat Riako zich sinds de intrekking van het ontbindingsverzoek daadwerkelijk heeft ingespannen om een verandering te bewerkstelligen in de tussen partijen ontstane situatie. Uit het door werknemer overgelegde overzicht van betalingen van salaris en vakantiegeld blijkt dat werknemer stelselmatig later dan zijn collega’s krijgt uitbetaald. De verklaring van Riako dat een en ander louter is veroorzaakt door de slechte financiële positie van het bedrijf heeft zij niet voldoende aannemelijk gemaakt. Er is geen aanleiding om af te wijken van het eerdere oordeel van de kantonrechter op 5 juli 2011. Aan werknemer wordt een vergoeding toegekend van € 75.000. Door het handelen van Riako en het eerder ingetrokken ontbindingsverzoek heeft werknemer nodeloos (aanzienlijke) proceskosten moeten maken. Riako wordt ex artikel 289 Rv in de werkelijke proceskosten veroordeeld.