Rechtspraak
werknemer/werkgeverRechtbank Gelderland, 23 maart 2012
werknemer/werkgever
Werknemer is in dienst als autoverkoper. Op 7 februari 2012 is hij op staande voet ontslagen. Werkgever stelt op grond van een rapport van Hoffmann Bedrijfsrecherche dat het er alle schijn van heeft dat werknemer tijdens zijn dienstverband een eigen autohandel heeft gehad en dat werknemer heeft gefraudeerd met overeenkomsten en facturen. Werknemer betwist dat sprake is van een dringende reden en vordert wedertewerkstelling.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Het rapport van Hoffmann is onder andere gebaseerd op een verklaring van een klant. Deze verklaring is dragend voor het ontslag op staande voet. De klant heeft verklaard dat hij € 4.250 voor een auto heeft betaald terwijl zich in de boekhouding een factuur bevindt van € 3.000. Uit deze verklaring blijkt echter niet wat het aandeel van werknemer hierin was. Ook bij een andere verkoop is niet onomstotelijk komen vast te staan dat werknemer zich onregelmatig heeft gedragen.
De beschuldiging dat het er alle schijn van heeft dat werknemer een eigen autohandel had, is gebaseerd op een verklaring van dezelfde klant. Deze klant beweert dat hij vijf auto’s rechtstreeks van werknemer heeft gekocht. Er is echter maar één inkoopverklaring door de klant overgelegd. Bovendien heeft werknemer verklaard dat hij heeft bemiddeld bij de (ver)koop van ongeveer acht auto’s van familie en vrienden. Gezien het vijfjarig dienstverband en de verklaring van werkgever dat met toestemming auto’s aan familie en vrienden mochten worden verkocht, kan niet worden geoordeeld dat werknemer er een eigen autohandel op nahield. De enkele schijn van het op nahouden van een eigen autohandel is overigens onvoldoende voor een ontslag op staande voet. Er zijn wel aanwijzingen dat sprake is van onregelmatigheden, maar er zijn onvoldoende aanknopingspunten om de aantijgingen jegens werknemer op voorhand bewezen te achten. Volgt toewijzing van de loonvordering en wedertewerkstelling.