Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer c.s./curator
Rechtbank Den Haag, 3 april 2012

werknemer c.s./curator

Faillissement werkgever. Onvoldoende aannemelijk dat boedel belang heeft bij naleving concurrentiebeding door twee buitendienstmedewerkers

Werknemers zijn in dienst als buitendienstmedewerker. In de arbeidsovereenkomst is een relatie- en concurrentiebeding opgenomen. Vlak voordat werkgever failliet ging, zijn ze ergens anders in dienst getreden. Thans vorderen werknemers de bedingen op te schorten. De curator houdt werknemers aan de bedingen en vordert betaling van verbeurde boetes.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Met het faillissement van werkgever is een belangrijke reden (bedrijfseconomisch belang van werkgever) voor de naleving van het concurrentiebeding vervallen. In dit geval is niet aannemelijk dat de boedel belang heeft bij naleving van het concurrentiebeding. De curator heeft op geen enkele wijze onderbouwd dat tien procent van de omzet mist, die de koper van de goodwill van het failliete bedrijf zou hebben gemaakt indien klanten naar die koper zouden zijn gegaan in plaats van naar bedrijf X. De omstandigheid dat werknemers ook bij de koper van de goodwill in dienst hadden kunnen treden, zoals de curator heeft gesteld, draagt niet zonder meer bij aan het belang bij de naleving van de concurrentiebedingen, waarbij nog wordt opgemerkt dat het aan werknemers is om te beslissen bij welke werkgever zij al dan niet in dienst wensen te treden. Volgt schorsing van de concurrentiebedingen.