Rechtspraak
De Staat der Nederlanden/Ondernemingsraad PI HoogeveenRechtbank Den Haag, 21 juni 2012
De Staat der Nederlanden/Ondernemingsraad PI Hoogeveen
De ondernemingsraad (hierna: OR) van de Penitentiaire Inrichting Hoogeveen, heeft kenbaar gemaakt bij een externe deskundige advies in te winnen over een lopende plaatsingsprocedure. Tussen de OR en de Staat is in geschil of het inschakelen van deskundigen door de OR (artikel 22 WOR) onderworpen is aan Europese of Nederlandse aanbestedingsregels, dan wel aan de Comptabiliteitswet. De Staat stelt dat de OR geen rechtspersoonlijkheid heeft, waardoor de Staat feitelijk de overeenkomst met de externe deskundige sluit. Op de Staat rust de verplichting het Europese aanbestedingsrecht en de Comptabiliteitswet na te leven.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Op grond van artikel 16 WOR kan de OR wel degelijk zelf overeenkomsten aangaan, zodat het standpunt dat de Staat de overeenkomst sluit wordt verworpen. De OR kan (anders dan de Staat) op grond van Richtlijn 2004/18/EG van 31 maart 2004 niet als aanbestedende dienst worden beschouwd, omdat niet voldaan is aan de definitie en de vereisten van ‘publiekrechtelijke instelling’ en ‘rechtspersoonlijkheid’. Ook volgt uit de memorie van toelichting bij herziening van de WOR (zitting 1969/70, 10335, nr. 3 (MvT)) dat de ondernemingsraad een zelfstandig medezeggenschapsinstituut is, dat een geheel eigen positie inneemt, met verankering in de WOR. De OR kan niet als lichaam, orgaan of dienst van de Staat worden beschouwd, zodat de Europese aanbestedingsregels niet van toepassing zijn op uitgaven van de OR ex artikel 22 WOR. Hetzelfde geldt voor nationale inkoopregels en regels die voortvloeien uit de Comptabiliteitswet.