Rechtspraak
werkneemster/Stichting SizaRechtbank Gelderland, 29 juni 2012
werkneemster/Stichting Siza
Werkneemster is in dienst van Siza als nachtverpleegkundige. Na frequent ziekteverzuim en klachten over het functioneren van werkneemster hebben partijen op 27 maart 2012 een beëindigingsovereenkomst gesloten. Ter zake van de beëindigingsovereenkomst zijn partijen verplicht geheimhouding te betrachten. Werkneemster is op 3 mei 2012 op staande voet ontslagen. Werkgeefster stelt dat werkneemster naar diverse werknemers een mail heeft gestuurd, waarbij zij zich beledigend en laatdunkend over werkgeefster en collega’s heeft uitgelaten en dat zij de geheimhoudingsbepaling in de beëindigingsovereenkomst heeft overtreden. Werkneemster stelt dat er geen sprake is van een dringende reden.
De kantonrechter oordeelt als volgt. De mail van werkneemster is wel degelijk beledigend en laatdunkend. Bovendien wekt zij ten onrechte de indruk dat de banen van de geadresseerde werknemers onder vuur liggen. Aannemelijk is dat de mail van werkneemster onrust veroorzaakt en schadelijk kan zijn voor Siza. Gezien het bepaalde in de beëindigingsovereenkomst had werkneemster zich moeten onthouden van uitlatingen als in de mail. Er is in dit geval sprake van een dringende reden. Op grond van de beëindigingsovereenkomst is Siza niet gehouden de beëindigingsvergoeding te betalen, omdat werkneemster aan derden kenbaar heeft gemaakt dat haar een vergoeding zou worden betaald en zij zich negatief heeft uitgelaten over collega’s.