Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgeefster
Rechtbank Gelderland, 19 juni 2012

werknemer/werkgeefster

Arbeidsovereenkomst niet voor de duur van zes maanden stilzwijgend voortgezet. Verlenging van drie maanden ligt gezien de ontevredenheid over het functioneren van werknemer meer in de lijn der verwachting

Werknemer is op 28 maart 2011 in dienst getreden als vertegenwoordiger/advertentieacquisiteur voor de bepaalde duur van zes maanden, tot 28 september 2011. Werkgeefster stelt dat zij werknemer op 25 augustus 2011 mondeling een verlenging van de arbeidsovereenkomst heeft aangeboden van drie maanden, aangezien de door werknemer behaalde omzetten achterbleven. Volgens werkgeefster eindigt de arbeidsovereenkomst op 28 december 2011. Werknemer betwist de verlenging van drie maanden en is van mening dat de arbeidsovereenkomst zonder tegenspraak met zes maanden is voortgezet.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Het is duidelijk dat werkgeefster niet tevreden was over het functioneren van werknemer. Tegen die achtergrond zou een aanbod voor verlenging van de arbeidsovereenkomst met drie maanden meer in de lijn der verwachting liggen dan zes maanden. Hoewel werknemer stelt dat hij geen aanvulling/wijziging van het arbeidscontract heeft ontvangen, geeft hij wel toe dat hij met collega’s over de verlenging van de overeenkomst heeft gesproken. De inhoud van de door werkgeefster overgelegde schriftelijke verklaringen van twee collega’s van werknemer ondersteunen in belangrijk mate het verweer van werkgeefster. Voorts heeft werknemer zijn stelling dat er in het kader van de verlenging van de arbeidsovereenkomst niet is gesproken over een bepaalde termijn, niet feitelijk onderbouwd. Volgt afwijzing van de loonvordering.