werknemer/Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen

Werknemer is sinds 1994 in dienst van UWV, laatstelijk als consulent/werkcoach. In de toepasselijke CAO UWV is bepaald dat medewerkers een geheimhoudingsplicht hebben. Dit volgt ook uit de UWV-gedragscode. Werknemer is op staande voet ontslagen, omdat hij het ondernemingsplan van een cliënt, die dit plan verplicht heeft moeten overleggen teneinde sollicitatievrijstelling te krijgen in het kader van de WW, aan zijn broer heeft doorgespeeld. De broer van werknemer heeft het plan gebruikt om een nagenoeg identieke onderneming te starten. Werknemer betwist dat er sprake is van een dringende reden.

De kantonrechter oordeelt als volgt. De geheimhoudingsverplichting in de cao en de gedragscode zijn bij werknemer bekend. De stelling van werknemer dat zijn geheimhoudingsverplichting beperkt is tot gegevens als vermeld in de UWV-systemen en dat een ondernemingsplan hier niet onder valt, wordt gepasseerd. Het ondernemingsplan valt onder ‘de informatie waarmee bij UWV wordt gewerkt’, maar ook onder ‘gegevens van cliënten’. Werknemer heeft onder meer aangevoerd dat hij 50 jaar oud is, een smetteloos dienstverband van 18 jaar achter de rug heeft en dat hij persoonlijk in een moeilijke situatie zat. Alle omstandigheden in aanmerking genomen wordt geoordeeld dat de geheimhoudingsverplichting zo essentieel is voor de uitvoering van de publieke taak door het UWV dat de door werknemer aangevoerde omstandigheden daar niet tegenop wegen en het ontslag op staande voet, hoe ingrijpend ook voor werknemer, in een bodemprocedure in stand zal blijven. Volgt afwijzing van de vorderingen.