Rechtspraak
werkgever/werknemerRechtbank Amsterdam, 9 augustus 2012
werkgever/werknemer
Werknemer is in dienst als chauffeur. In 2009 is werknemer gewaarschuwd omdat hij in een maand tijd twee schades heeft gereden en vanwege het niet dragen van veiligheidsschoenen. Op 7 juni 2012 is werknemer bij het lossen van een pallet beklemd geraakt, waardoor hij zijn middenvoetsbeentje heeft gebroken. Thans verzoekt werkgever ontbinding wegens een dringende reden dan wel veranderingen in omstandigheden. Aangevoerd wordt dat werknemer een ernstig verwijt kan worden gemaakt van het ongeval op 7 juni, omdat hij geen veiligheidsschoenen droeg. Voorts is volgens werkgever sprake van disfunctioneren.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Het ongeval op 7 juni is geen reden voor beƫindiging van de arbeidsovereenkomst. Vast staat dat de oude veiligheidsschoenen van werknemer kapot waren, terwijl niet aannemelijk is geworden dat de nieuwe schoenen daadwerkelijk aan werknemer ter hand zijn gesteld en hij geweigerd heeft deze te dragen. Tijdens het lossen waren niet de juiste rijplaten aanwezig. Dat werknemer is overgegaan tot het lossen met een minder geschikte zijrijplaat getuigt niet van slecht werknemerschap. Werknemer heeft om de goede rijplaten gevraagd, maar deze waren niet aanwezig. Dat werknemer in 2009 schades heeft gereden en dat hij een keer een pallet verkeerd heeft afgeleverd, is onvoldoende grond voor ontbinding. Dat hij stelselmatig de veiligheidseisen schendt is niet naar voren gekomen. Ook het gestelde disfunctioneren is niet komen vast te staan. Volgt afwijzing van het ontbindingsverzoek.