Rechtspraak
Rechtbank Overijssel, 25 september 2012
ECLI:NL:RBALM:2012:BX8766
werkneemster/Stichting Carint-Reggeland Groep
Werkneemster is in dienst van Carint, laatstelijk als medewerkster huishouding. In februari 2012 heeft zij zich ziek gemeld. De bedrijfsarts heeft vastgesteld dat werkneemster in het kader van re-integratie twee tot drie uur per dag kan werken. Dit wordt onderschreven door de verzekeringsarts en arbeidsdeskundige van het UWV. Carint heeft de loondoorbetaling gestopt wegens het niet verrichten van passend werk. Thans vordert werkneemster loondoorbetaling.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Uit de oordelen van de bedrijfsarts, verzekeringsarts en arbeidsdeskundige volgt dat werkneemster in staat is om drie uur per dag te werken. Dat betekent dat Carint wegens het weigeren passend werk te verrichten, het loon slechts maximaal voor drie uur per dag heeft mogen stopzetten, namelijk voor de ‘tijd, gedurende welke zij, hoewel zij daartoe in staat was, zonder deugdelijke grond weigerde passend werk te verrichten’. Deze bepaling dient in samenhang met artikel 7:629 lid 1 BW immers zo begrepen te worden dat een werknemer aanspraak houdt op (in dit geval) 100% van het loon over de tijd waarvoor hij niet is staat is (passend) werk te verrichten, en de sanctie van een loonstop alleen opgelegd kan worden voor uren gedurende welke de werknemer niet werkt, maar daartoe wel in staat werd geacht, in dit geval maximaal drie uren per dag. Het is aannemelijk dat de loonvordering van werkneemster in ieder geval zal worden toegewezen voor zover het loon is stopgezet over de uren waarvoor zij niet in staat werd geacht passend werk te verrichten, dus over de uren voor zover drie per dag te boven gaand. Carint wordt tot betaling daarvan veroordeeld. Partijen krijgen de gelegenheid zich bij akte uit te laten om hoeveel uur het dan gaat. Voorts wordt de loonvordering vanaf 27 juni 2012 toegewezen. Werkneemster heeft zich toen opnieuw ziek gemeld. Carint had haar toen opnieuw naar de bedrijfsarts moeten sturen.