werknemer/Landbouwbedrijf De Koning c.s.

Werknemer is op 20 februari 2012 in dienst getreden van De Koningshoeve als bedrijfsleider. In de arbeidsovereenkomst is een proeftijd opgenomen. Op 9 maart 2012 is werknemer ontslagen. Tussen partijen is in geschil of sprake is van een geldig ontslag op staande voet dan wel een geldig proeftijdontslag.

De kantonrechter oordeelt als volgt. In het midden kan blijven op sprake is van een (rechtsgeldig) ontslag op staande voet nu De Koningshoeve zich op het standpunt stelt dat sprake is van een proeftijdontslag. Partijen kenden elkaar al vanaf halverwege 2009. Aannemelijk is dat werknemer vanaf 2011 steeds meer taken uitvoerde die in grote lijnen overeenkwamen met die van bedrijfsleider (voordat de arbeidsovereenkomst werd gesloten verrichtte werknemer de werkzaamheden om niet). De Koningshoeve kon dus weten over welke kwaliteiten werknemer beschikte, zodat de kans groot is dat in een bodemprocedure het proeftijdbeding nietig wordt geacht. Gelet op de duur van het dienstverband (drie weken) wordt de loonvordering gematigd tot vier maanden.