Stichting Hogeschool Zuyd/werknemer

Werknemer is als docent in dienst van Hogeschool Zuyd. Werknemer heeft in een procedure gevorderd voor recht te verklaren dat hij recht heeft op een salaris in schaal 12 (in plaats van schaal 11). Werknemer is in het ongelijk gesteld. Hogeschool Zuyd heeft aangegeven bereid te zijn om aan werknemer een bijdrage van € 5.000 aan advocaatkosten en extra ‘vakantiegeld’ ad € 7.500 netto te voldoen en hem te ondersteunen in de vorm van extra uren ten behoeve van een promotietraject. Werknemer heeft hier niet mee ingestemd. Hij heeft vervolgens het college van bestuur en de voorzitter van de raad van toezicht aangeschreven en zijn ongenoegen geuit. Werknemer schrijft aan het college van bestuur dat hij zich ‘genaaid’ en ‘als een enorme lul behandeld’ voelt. Ook heeft hij geschreven dat het college van bestuur zich ‘buitengewoon laakbaar’ gedraagt. Thans verzoekt Hogeschool Zuyd ontbinding.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Hogeschool Zuyd heeft werknemer na de loonprocedure daadwerkelijk een kans geboden om, ondanks de door hem aangespannen procedure, een nieuwe start te maken, zodat partijen weer op een vruchtbare basis met elkaar verder zouden kunnen gaan. Door de weigerachtige houding van werknemer is dit niet gelukt. Door de felle toonzetting van de brief en de gekozen bewoordingen is goed te begrijpen dat Hogeschool Zuyd teleurgesteld is in werknemer. Werknemer heeft in zijn verweerschrift geschreven nog steeds achter de inhoud van zijn brief te staan. Daarmee staat vast dat deze brief niet in een emotionele opwelling is geschreven waarvan werknemer achteraf spijt heeft gekregen. Nu een vruchtbare samenwerking niet meer mogelijk is, wordt de arbeidsovereenkomst ontbonden. De ontbinding ligt in de risicosfeer van werknemer, zodat geen vergoeding wordt toegekend. Bovendien is Hogeschool Zuyd eigenrisicodrager en wordt werknemer een bovenwettelijke WW-uitkering (wachtgeld) toegekend. De omvangrijke bovenwettelijke uitkering (€ 186.551,17) waarop werknemer aanspraak kan maken, is eveneens aanleiding om geen vergoeding toe te kennen.