Naar boven ↑

Rechtspraak

erfgename/Mora Productie B.V.
Raad van State, 28 november 2012
ECLI:NL:RVS:2012:BY4421

erfgename/Mora Productie B.V.

Mora aansprakelijk voor mesothelioom bij onderhoudsmonteur na blootstelling aan asbest. Dat aan de zorgplicht is voldaan, is onvoldoende onderbouwd

Werknemer heeft Mora Productie B.V. aansprakelijk gesteld nadat bij hem de ziekte mesothelioom is geconstateerd. Werknemer werkte als onderhoudsmonteur aan een zogenoemde vellenmachine. Die machine was bekleed met isolatiemateriaal, dat volgens werknemer asbest bevatte. Bij tussenvonnis is Mora toegelaten tot het leveren van concreet tegenbewijs ter zake van een in de uitspraak neergelegd rechterlijk vermoeden omtrent blootstelling van werknemer aan een voor de gezondheid schadelijke stof en de in verband daarmee veronderstelde schuld en aansprakelijkheid van Mora. Werknemer is inmiddels overleden.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Mora heeft onvoldoende onderbouwd dat aan de zorgplicht is voldaan. Het valt op dat Mora nergens concreet aanduidt op welke wijze onderhoudswerk aan de vellenmachine(s) beveiligd of met maatregelen gewaarborgd was. Geen van de overgelegde publicaties ziet specifiek op onderhoudswerkzaamheden aan de vellenmachine(s), laat staan op het werken met asbesthoudende materialen. Mora heeft geen gegevens verstrekt met betrekking tot het in de periode 1981 tot en met 1999 in de vellenmachine(s) gebruikte isolatiemateriaal en heeft als gevolg daarvan de stellingen van werknemer onvoldoende weerlegd, terwijl zij ook geen relevant bewijsmiddel aandraagt om alsnog zulk bewijs te leveren. Nu Mora evenmin aantoont dat zij aan haar zorgplicht ex artikel 7:658 BW voldaan heeft, staat haar aansprakelijkheid voor de aan de zijde van werknemer ontstane schade daarmee vast. Volgt veroordeling tot betaling van smartengeld van € 51.395 (aan de erfgename) en verwijzing naar een schadestaatprocedure voor vaststelling van de geleden materiële schade.