Rechtspraak
X/Y
X levert voegafdichtingsmiddelen. Y is een bedrijf dat zich bezighoudt met voegafdichting. Werknemer is als monteur in dienst van X. Voor werkzaamheden in een parkeergarage is X door Y ingeschakeld. Tijdens het schoonmaken van een roostervloer is werknemer door een rooster gezakt en drie meter naar beneden gevallen op een betonnen vloer. Werknemer heeft een hoofdwond, ingezakte ruggenwervels en twee kapotte hielbenen opgelopen. X stelt Y aansprakelijk op grond van artikel 7:658 lid 4 BW.
De rechtbank oordeelt als volgt. Als de arbeidsongeschiktheid van werknemer het gevolg is van een gebeurtenis waarvoor Y aansprakelijk is, heeft X recht op schadevergoeding ter hoogte van het doorbetaalde loon (artikel 6:107a BW). Van schending van de zorgplicht door Y is echter geen sprake. Hoewel niet voldaan is aan artikel 3:28 lid 1 Arbobesluit (de werkplek was niet gesitueerd, stabiel en stevig), kan Y niet worden verweten dat geen risico-inventarisatie is uitgevoerd. In het onderhavige geval was sprake van een werkplek waarover Y zelf geen zeggenschap had, aangezien het een onderdeel is van een parkeergarage die toebehoort aan het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam. Y had van het Ontwikkelingsbedrijf de opdracht gekregen de roosters boven de parkeergarage schoon te maken en Y is medegedeeld dat de roostervloer boven het parkeerdek vanuit de garage bereikt kon worden door het verwijderen van een paneel en het plaatsen van een – op de roostervloer uitkomende – trap. De door werknemer uit te voeren werkzaamheden zelf hadden geen betrekking op het onderhavige rooster, zodat ook hierdoor geen sprake zou zijn van het ontstaan van een mogelijk gevaarlijke situatie. Bovendien had een risico-inventarisatie het thans ontstane ongeval niet kunnen voorkomen. Volgt afwijzing van de vordering.