werknemer/New Technologies B.V. c.s.

Werknemer is van 1 juni 2011 tot en met 31 juli 2011 in dienst geweest van New Technologies BV (hierna: NT) als adviseur. In de tussen partijen gesloten beëindigingsovereenkomst is bepaald dat een vergoeding van € 17.000 betaald zal worden. De vergoeding kan volgens NT niet uitbetaald worden, omdat het bedrag als pensioenvoorziening is opgebouwd bij Technon. Thans beroept werknemer zich primair op de vernietigbaarheid van de beëindigingsovereenkomst. Subsidiair vordert hij nakoming van de overeenkomst.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Het beroep van werknemer op misbruik van omstandigheden wordt verworpen. Niet gezegd kan worden dat werknemer gelet op zijn functie en relatie tot de bestuurder een zodanig zwakke positie heeft dat hij daardoor werd bewogen tot het aangaan van de beëindigingsovereenkomst. Daar komt bij dat hij werd bijgestaan door zijn advocaat, zoals hij zelf stelt. Hoewel tussen partijen is overeengekomen dat werknemer zou toetreden tot de door NT getroffen pensioenvoorziening, heeft NT dit nagelaten. Van afkoop van een pensioenvoorziening is dus geen sprake en de beëindigingsovereenkomst is dan ook op dit punt niet nietig als in strijd met de wet (artikel 32 lid 4 en 8 PSW). Wel wordt NT tot nakoming van de overeenkomst veroordeeld. De enkele omstandigheid dat NT als gevolg van de financiële situatie waarin zij verkeert, niet tot betaling van € 17.000 in staat is, heft haar verplichting om aan de overeenkomst te voldoen niet op. De bestuurder en beleidsbepaler zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de door werknemer geleden schade als gevolg van het niet-nakomen van de overeenkomst door NT.