X/Y

Werkneemster is werkzaam als ADL-assistente en tijdens het werk uitgegleden toen zij de deur van het trappenhuis opendeed en naar binnen wilde stappen. Zij heeft daarbij een heup gebroken. In de onderhavige deelgeschilprocedure stelt zij haar werkgeefster ex artikel 7:658 BW aansprakelijk.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Partijen verschillen van mening omtrent het antwoord op de vraag welke instructies aan werkneemster zijn gegeven over hoe zij zich diende te verplaatsen in het gebouw. Vastgesteld wordt dat hierover geen duidelijke instructies zijn gegeven. De open verbinding met de buitenlucht is een bijzondere omstandigheid die werkgeefster had moeten onderkennen en onder de aandacht van het personeel had moeten brengen. Juist omdat bij het verlaten van het trappenhuis een hoek van 90° moet worden gemaakt, hetgeen een verhoogde kans op ongelukken bij slechte weersomstandigheden met zich brengt, had het personeel, in het bijzonder werkneemster, geïnstrueerd moeten worden de portaaltjes te mijden bij zulke omstandigheden. Op zijn minst had werkgeefster werkneemster erop moeten attenderen dat bij slechte weersomstandigheden gevaar van uitglijden was te duchten; ook dan nog is het de vraag of werkgeefster daarmee aan haar zorgplicht had voldaan, gelet op de omstandigheid dat de ervaring leert dat werknemers zich niet altijd realiseren welke gevaren zij dienen te vermijden. Geoordeeld wordt dat werkgeefster aansprakelijk is voor de geleden en nog te lijden schade.