Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Global Consultancy B.V.
Rechtbank Limburg, 8 januari 2013
ECLI:NL:RBLIM:2013:BY9284

werknemer/Global Consultancy B.V.

Geen schorsing of beperking looptijd relatiebeding. Belang werkgever, die al relaties heeft verloren doordat voormalig mededirecteur een concurrerend bedrijf is gestart, weegt zwaarder

De arbeidsovereenkomst van werknemer is door Global wegens bedrijfseconomische redenen opgezegd. In de arbeidsovereenkomst is een relatiebeding opgenomen. Een voormalig mededirecteur is een nieuw bedrijf X gestart, waar werknemer in dienst wil treden. Een deel van de klanten van Global is mee overgegaan naar X. Thans vordert werknemer schorsing van het relatiebeding. Hij stelt dat hij wordt geschaad in het grondrecht van vrijheid van arbeidskeuze en dat hij zeer moeilijk een nieuwe baan kan vinden.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Of werknemer aan het relatiebeding gehouden kan worden, zal aan de hand van een belangenafweging moeten worden beoordeeld. Deze belangenafweging valt in het voordeel van Global uit. Global heeft een evident zwaarwegend en rechtens te respecteren belang bij handhaving van het relatiebeding: het beding beoogt het bedrijfsdebiet te beschermen. De door Global geuite vrees dat zij wordt benadeeld indien werknemer voor X werkzaamheden gaat verrichten, moet als reëel worden ingeschat. Nu vaststaat dat er reeds klanten van Global naar X zijn overgestapt, is voldoende aannemelijk dat X (in ieder geval deels) dezelfde diensten aanbiedt als Global. Voorts is voldoende aannemelijk dat Global, vanwege haar slechte bedrijfseconomische situatie, er alle belang bij heeft om zo veel mogelijk relaties te behouden dan wel terug te winnen. Ten slotte staat vast dat Global in werknemer heeft geïnvesteerd door hem (externe) cursussen te laten volgen. Voorts heeft werknemer gevorderd om het relatiebeding te beperken, zodat de looptijd van dit beding wordt beperkt tot maximaal twee jaar. Een definitieve beperking van het relatiebeding tot twee jaar is echter een constitutief oordeel, dat niet in een vonnis in kort geding kan worden uitgesproken. Er is geen aanleiding een vergoeding ex artikel 7:653 lid 4 BW toe te kennen.