Naar boven ↑

Rechtspraak

Advances Valve Solutions B.V. c.s./X c.s.
Rechtbank Noord-Holland, 7 februari 2013
ECLI:NL:RBNHO:2013:BZ1035

Advances Valve Solutions B.V. c.s./X c.s.

Twee werknemers overtreden concurrentiebeding door bij concurrent in dienst te treden en gemaakte afspraken over specifieke werkzaamheden niet na te komen. Relatiebeding bevat geen beperking in tijd. Geldingsduur wordt vastgesteld op twee jaar na uitdiensttreding

Zowel AVS als Valveco is actief in de markt van verkoop van diverse soorten afsluiters, kleppen, kranen en dergelijke voor technische installaties. X en Y zijn in dienst geweest van AVS. In hun arbeidsovereenkomsten is een geheimhoudings-, concurrentie- en relatiebeding opgenomen. AVS heeft ingestemd met indiensttreding van Y bij Valveco, onder de voorwaarde dat Y, zoals zij zelf had aangegeven, zich uitsluitend bezig zou houden met de verkoop van standaard ANSI-afsluiters. X heeft zijn arbeidsovereenkomst met AVS opgezegd om bij Valveco als verkoper binnendienst in dienst te treden. AVS stelt dat X hiermee het concurrentiebeding overtreedt. Valveco heeft vernomen dat Y haar werkzaamheden bij Valveco, ondanks de gemaakte afspraak, toch heeft uitgebreid.

De voorzieningenrechter oordeelt als volgt. Het concurrentiebeding is met X en Y rechtsgeldig overeengekomen. Bij omzetting van de arbeidsovereenkomst naar onbepaalde tijd hoefde het concurrentiebeding niet opnieuw te worden overeengekomen. Voldoende aannemelijk is geworden dat Valveco te beschouwen is als een gelijksoortig bedrijf, dat op dezelfde markt als AVS actief is. Er is geen reden het concurrentiebeding van X en Y buiten werking te stellen of te beperken. X wist dat hij gebonden is aan een concurrentiebeding bij AVS. Y moet zich ervan bewust zijn geweest dat zij wat betreft andere activiteiten dan de verkoop van ANSI-afsluiters voor Valveco nog gebonden was aan het concurrentiebeding. Het concurrentiebeding van Y loopt over een halfjaar af en zij heeft gedurende die tijd inkomen uit haar dienstverband bij Valveco. X mag en kan opnieuw bij AVS in dienst treden wanneer het concurrentiebeding hem zou verhinderen bij Valveco aan de slag te gaan. Het relatiebeding bevat geen beperking in tijd en is daarom te ruim geformuleerd. De looptijd zal worden beperkt tot twee jaar na uitdiensttreding. De voorzieningenrechter laat zich hierbij leiden door de inschatting dat de specifieke kennis waardoor X en Y van bijzondere waarde zijn voor (potentiƫle) concurrenten van AVS na een jaar nog niet zo gedateerd is dat die waarde op dat moment al goeddeels teloor is gegaan. Voor buitenwerkingstelling van het relatiebeding of beperking tot een bepaald marktsegment is geen aanleiding. Ten aanzien van de vordering jegens Valveco wordt geoordeeld dat Valveco onrechtmatig handelt door gebruik te maken van de kennis die werknemers van AVS tijdens hun dienstverband bij AVS hebben opgedaan.