Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgeefster
Rechtbank Rotterdam, 11 januari 2013
ECLI:NL:RBROT:2013:BZ8067

werknemer/werkgeefster

Ontslag op staande voet Manager Operations wegens gebruik creditcard van werkgever tijdens vakantie rechtsgeldig

Werknemer is op 21 november 2011 in dienst getreden, laatstelijk in de functie van Manager Operations, op grond van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van één jaar. Op 14 augustus 2012 is werknemer op staande voet ontslagen, omdat hij de creditcard van werkgeefster ten behoeve van privéaangelegenheden heeft gebruikt tijdens zijn vakantie. Werknemer stelt dat hij de creditcard heeft gebruikt, omdat zijn eigen pas niet werkte en dat hij het geld wilde terugbetalen. Werknemer beroept zich op de vernietigbaarheid van het ontslag en heeft een loonvordering ingesteld.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Werknemer heeft willens en wetens tegen de regels van werkgeefster in gehandeld door de bedrijfscreditcard tijdens zijn vakantie te gebruiken. Verder heeft werkgeefster gesteld dat werknemer zijn vriendin zonder de toestemming van werkgeefster heeft meegenomen op zakenreis naar Hull en dat hij de kosten daarvan (gedeeltelijk) voor rekening van werkgeefster heeft laten komen, hetgeen werknemer niet gemotiveerd heeft weersproken. Voorts heeft werkgeefster onweersproken gesteld dat zij enkele uitgaven van werknemer heeft geverifieerd en dat gebleken is dat hij deze uitgaven ten onrechte als zakelijk heeft bestempeld aangezien het privé-etentjes betroffen. Al deze feiten tezamen bezien geven er voldoende blijk van dat werknemer het niet nauw nam met het op integere wijze gebruik maken van de creditcard en de mogelijkheid tot het achteraf declareren van etentjes die in een zakelijke setting hebben plaatsgevonden. Met name vanwege de functie van werknemer en het vertrouwen dat werkgeefster in hem heeft gesteld door het ter beschikking stellen van een creditcard van de zaak, is dit onacceptabel. Geoordeeld wordt dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is gegeven. De in reconventie gevorderde gefixeerde schadevergoeding, terugbetaling van creditcarduitgaven en reparatiekosten worden afgewezen, omdat de spoedeisendheid van deze vorderingen onvoldoende is onderbouwd.