Naar boven ↑

Rechtspraak

DHL Global Forwarding (Netherlands) B.V./werknemer
Rechtbank Noord-Holland, 22 april 2013
ECLI:NL:RBNHO:2013:CA0276

DHL Global Forwarding (Netherlands) B.V./werknemer

Afwijzing ontbindingsverzoek wegens bedrijfseconomische redenen. DHL heeft zich ten onrechte op het standpunt gesteld dat de functie van werknemer niet uitwisselbaar is en had het afspiegelingsbeginsel wel degelijk moeten toepassen

Werknemer is sinds 1999 in dienst van DHL, marktleider voor lucht- en zeevrachtvervoer. Laatstelijk is hij werkzaam als ‘warehouse coördinator (Dell Warehouse)’. Als gevolg van de wereldwijde economische crisis en de Europese schuldencrisis is de omzet van DHL de laatste jaren gedaald. Vanaf medio 2011 heeft DHL daarom een reorganisatie doorgevoerd op de vestiging Schiphol. Thans verzoekt DHL ontbinding wegens bedrijfseconomische redenen. Doordat het Dell Warehouse is opgeheven, zijn alle arbeidsplaatsen in die functiegroep (waaronder de functie van werknemer) vervallen.

De kantonrechter oordeelt als volgt. De noodzaak en de omvang van de personeelsreductie zijn voldoende aannemelijk geworden. Het is daarbij aan DHL als werkgever om te besluiten op welke wijze zij haar onderneming wenst te (re)organiseren. Echter, als een werkgever overgaat tot een reorganisatie op bedrijfseconomische of bedrijfsorganisatorische gronden, dient zij rekening te houden met onder meer de Beleidsregels Ontslagtaak UWV betreffende de uitwisselbaarheid van functies. Met werknemer is de kantonrechter van oordeel dat DHL er niet in is geslaagd aannemelijk te maken dat de functie van Dell dedicated warehouse coördinator (Dell Warehouse) niet onderling uitwisselbaar is met de functies van Warehouse Coördinator (SBL, Mainstream en Seagate). DHL stelt dat de functies qua vereiste kennis en functie-inhoud niet vergelijkbaar zijn, maar zij heeft deze stelling niet nader toegelicht. De enkele omstandigheid dat het bij de Dell dedicated-variant gaat om producten die van Dell afkomstig zijn en bij de andere twee varianten om producten die van andere bedrijven afkomstig zijn, leidt zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet tot de slotsom dat die functies niet onderling uitwisselbaar zijn. Bij de toetsing of functies onderling uitwisselbaar zijn gaat het immers om twee relevante elementen in relatie tot de inhoud van de functie: de taken enerzijds en de kennis en vaardigheden anderzijds. Voor wat betreft de taken gaat het om de kerntaken van de functie en het samenstel van werkzaamheden. DHL heeft niet gesteld welke taken en werkzaamheden in de ‘andere’ warehouse coördinator-functies nu zo verschillen van de taken en werkzaamheden die werknemer moest uitvoeren, dat van onderlinge uitwisselbaarheid om die reden geen sprake is. Bij de functie-eisen ‘kennis en vaardigheden’ gaat het om het niveau dat vereist is voor een goede functievervulling. Gekeken dient te worden welk expertiseniveau vereist is, welke opleiding vereist is en of ervaring noodzakelijk is. Ook op dit punt heeft DHL onvoldoende gesteld om aan te nemen dat de functies niet onderling uitwisselbaar zijn. Het moet ervoor worden gehouden dat DHL het afspiegelingsbeginsel ten onrechte niet heeft toegepast. Volgt afwijzing van het ontbindingsverzoek.