Rechtspraak
Stichting Protestants Christelijk Basisonderwijs Apeldoorn/werkneemsterRechtbank Gelderland, 21 mei 2013
Stichting Protestants Christelijk Basisonderwijs Apeldoorn/werkneemster
Werkneemster is sinds 1996 in dienst van de Stichting Protestants Christelijk Basisonderwijs Apeldoorn (hierna: de Stichting) als groepsleerkracht. Werkneemster is in de jaren 2007 en 2010 gedurende diverse tijdvakken arbeidsongeschikt geweest. Op 9 maart 2012 heeft zij zich opnieuw ziek gemeld. Thans verzoek de Stichting ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De Stichting voert daartoe aan dat werkneemster haar functie van groepsleerkracht niet kan vervullen, terwijl daaraan geen medische oorzaak ten grondslag ligt. Alle pogingen van de Stichting om te komen tot een werkbare arbeidsrelatie blijken geen kans van slagen te hebben vanwege de opstelling van werkneemster, waarin de Stichting enig respect mist voor de zorgvuldigheid waarmee zij is opgetreden. Werkneemster wil ook zelf haar functie niet meer vervullen en heeft haar afscheid van de school al bekend laten maken.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Tussen partijen is in geschil of werkneemster vanaf 9 maart 2012 arbeidsongeschikt is. Er zijn deskundigenverklaringen van UWV over het thema ziekte beschikbaar, waarover in verband met het beroep op de reflexwerking van het opzegverbod in deze procedure een oordeel dient te worden gegeven. Dat oordeel kan niet even grondig zijn als in de deskundigenprocedure van artikel 7:629a BW, waarin de rechter een nadere schriftelijke of mondelinge toelichting of aanvulling door de deskundige kan bevelen. In de op snelheid ingerichte ontbindingsprocedure is voor een dergelijke instructie in beginsel geen plaats. Aan een second opinion van UWV komt vanwege de taakstelling in de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (Wet Suwi) betekenis, zij het geen beslissende betekenis, toe omdat dat oordeel nu eenmaal wordt gegeven door een daartoe professioneel ingerichte organisatie die sinds de invoering van de Wet verbetering poortwachter per 1 april 2002 daarin voldoende expertise heeft opgebouwd. Bij de door de rechter aan een second opinion te stellen eisen gaat het er dan om of de rapportage voldoende grondslag biedt om daaruit valide conclusies te kunnen trekken ter zake de arbeidsongeschiktheid (JAR 2003/145). In het geval van werkneemster is dat naar het oordeel van de kantonrechter het geval. Op basis van rapporten van de verzekeringsgeneeskundige wordt uitgegaan van het bestaan van ziekte bij werkneemster, zodat het opzegverbod van toepassing is en in deze procedure reflexwerking heeft. Op basis van de reflexwerking wordt het ontbindingsverzoek afgewezen. Van bijzondere omstandigheden die een gewichtige reden voor ontbinding vormen, is onvoldoende gebleken.