Rechtspraak
werknemer/werkgeverRechtbank Gelderland, 28 mei 2013
werknemer/werkgever
Werknemer is sinds 1 september 2012 krachtens overgang van onderneming in dienst van werkgeefster als buitendienstmedewerker. Werkgeefster heeft besloten deze functie te laten vervallen. De arbeidsovereenkomst is na verkregen toestemming van het UWV opgezegd. Thans beroept werknemer zich op de vernietigbaarheid van de opzegging. Hij beroept zich op het ontslagverbod van artikel 7:670 lid 8 BW.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Voor een geslaagd beroep op artikel 7:670 lid 8 BW is nodig dat komt vast te staan dat de opzegging van een arbeidsovereenkomst door een werkgever die vanwege de werking van artikel 7:663 BW deze status heeft verkregen, uitsluitend wegens de overgang is gedaan. Dit ontslagverbod beoogt niet te verhinderen dat de nieuwe werkgever in de situatie na overgang – en mede in verband daarmee – om economische, technische of organisatorische redenen (eto-redenen) besluit tot inkrimping (mede) van het overgenomen personeelsbestand. Zo absoluut werkt het ontslagverbod niet en de EG-richtlijn waarop de Wet overgang van onderneming is terug te voeren, biedt grond nog rechtvaardiging voor het in een dergelijke gunstige uitzonderingspositie plaatsen van overgenomen werknemers binnen het gehele personeelsbestand van een onderneming, nog daargelaten dat het ook praktisch vrijwel onoverzichtelijk wordt hoe ver dit zo te begrijpen verbod zich dan in tijd uitstrekt. Gelet op de na de bedrijfsovergang door werkgeefster genomen beslissing om haar zakelijke portefeuille te verkopen aan een derde en voorts gelet op de – mede – daarop gebaseerde aanpassing van haar werkwijze, wordt voorshands geoordeeld dat het ontslag van werknemer daarmee in verband staat en daarom niet wordt getroffen door het verbod van artikel 7:670 lid 8 BW. Volgt afwijzing van de vordering.