Rechtspraak
werkneemster/werkgeverRechtbank Gelderland, 15 mei 2013
werkneemster/werkgever
Werkneemster is van 1 maart 2007 tot 20 april 2012 in dienst geweest als calculator. Na verkregen toestemming is haar arbeidsovereenkomst opgezegd. Op de afdeling calculatie waren nog drie personen werkzaam. Thans stelt werkneemster dat de opzegging kennelijk onredelijk is. Zij stelt dat sprake is van een voorgewende of valse reden, dat het afspiegelingsbeginsel is overtreden, dat het werk structureel wordt uitbesteed aan calculatiebureaus en dat haar geen andere functie is aangeboden.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Uit het vereiste van een behoorlijke rechtspleging volgt dat de stellingname van een partij in een civiele procedure duidelijk behoort te zijn (HR 31 december 1993, NJ 1994, 387). Het enkel over de schutting gooien van de omvangrijke set stukken uit de ontslagprocedure bij UWV, met verzoek dat als ingelast te beschouwen, voldoet daar niet aan. Op de comparitie heeft de gemachtigde van werknemer over deze presentatie van het geschil opgemerkt, vrij vertaald, dat de kantonrechter nog maar eens naar de uitkomst van de UWV-procedure moet kijken. Dat standpunt rust kennelijk op de gedachte dat de kantonrechter in een kennelijk onredelijk ontslagprocedure de niet-lijdelijke appelinstantie van UWV is. Dat is een verkeerde gedachte. De rechter moet volgens vaste rechtspraak beslissen over eventuele kennelijke onredelijkheid van een ontslag en hij moet daarvoor alle bij hem aangevoerde en juist bevonden omstandigheden beschouwen. Werkneemster heeft de vier door hem vermelde gronden nog wel van enige tekst voorzien. Deze gronden worden behandelend.
Van een valse of voorgewende reden is geen sprake. De noodzaak van het ontslag wegens bedrijfseconomische redenen is voldoende onderbouwd. Ten aanzien van de toepassing van het afspiegelingsbeginsel stelt werkneemster dat de functie-inhoud van een collega enkele maanden voor de reorganisatie is gewijzigd om daarmee de ontslagselectie te beïnvloeden. Werkneemster wordt tot bewijs van deze stelling toegelaten. Dat de opzegging kennelijk onredelijk zou zijn wegens het uitbesteden van werk en dat werkneemster geen andere passende functie is aangeboden, wordt niet gevolgd. Er is geen sprake geweest van permanente inzet van externe calculatiebureaus en de functie die een andere tijdelijke werknemer op de afdeling Bouwservice is aangeboden betreft andere werkzaamheden tegen een veel lager salaris. Volgt aanhouding van de zaak.