werknemer/werkgever

Werknemer heeft zowel de Nederlandse als de Belgische nationaliteit en woont met zijn gezin in Frankrijk. Werknemer is in 2008 in dienst getreden van werkgever (in Nederland) als manager. Hij huurt een woning in Tilburg. Werkgever heeft de arbeidsovereenkomst op 18 april 2013, zonder voorafgaande toestemming van het UWV, opgezegd. Werknemer beroept zich op de vernietigbaarheid van de opzegging. Onder verwijzing naar het arrest Nuon/Olbrych (HR 24 februari 2012, AR 2012-0169) stelt werknemer dat vooraf toestemming aan het UWV gevraagd had moeten worden voor opzegging van de arbeidsovereenkomst. Werkgever stelt dat het BBA – als voorrangsregel – niet van toepassing is.

Onder verwijzing naar het arrest Nuon/Olbrych oordeelt de kantonrechter dat het BBA in dit geval wel van toepassing is. Werknemer onderscheidt zich onvoldoende van andere werknemers op de Nederlandse arbeidsmarkt. Werkgever is in Nederland gevestigd en werknemer is gehouden vanuit Amsterdam zijn werkzaamheden te verrichten. In dat verband heeft werknemer tot 2012 een appartement in Nederland bewoond. Aannemelijk is dat de verrichte werkzaamheden voornamelijk op Nederland waren gericht. De Nederlandse sociaal-economische verhoudingen zijn in zodanige mate bij de arbeidsovereenkomst tussen partijen betrokken, dat het BBA van toepassing is. Dat werknemer vanaf de zomer van 2012 tot maart 2013 geen appartement in Nederland had, doet hier niet aan af. Ook de omstandigheid dat werknemer met zijn gezin in Frankrijk woont leidt niet tot een ander oordeel, nu werknemer op doordeweekse dagen veelal in Nederland verbleef.