Rechtspraak
werkgeefster/werkneemsterRechtbank Amsterdam, 25 juni 2013
werkgeefster/werkneemster
Werkneemster is sinds 1992 in dienst, laatstelijk als Pedagogisch Medewerker B. Werkgeefster heeft besloten te reorganiseren teneinde een verantwoorde efficiencyverbetering en kostenreductie te realiseren. Met Abvakabo FNV is op 23 december 2010 een sociaal plan overeengekomen. Werkgeefster heeft werkneemster bericht dat zij per 1 april 2011 de status van herplaatsingskandidaat zou krijgen. Werkneemster heeft met succes gesolliciteerd op een tijdelijke functie, waarmee zij per 1 februari 2012 voor de duur van een jaar zou starten. Per 2 februari 2012 is werkneemster arbeidsongeschikt geraakt als gevolg van trombose op de hartklep. Nadat zij sinds januari 2013 weer volledig arbeidsgeschikt was, is zij sinds 22 april 2013 weer volledig arbeidsongeschikt. Thans verzoekt werkgeefster ontbinding.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Van een verband met het opzegverbod (ex artikel 7:670 lid 1 BW) is niet automatisch sprake doordat werkneemster arbeidsongeschikt is. Die omstandigheid noopt echter wel tot een terughoudende toets. In feite heeft werkgeefster de in eerste instantie aangeboden outplacement niet gestand gedaan en heeft zij na het uitblijven van een minnelijke regeling gekozen voor het indienen van een ontbindingsverzoek. Dat daarmee het herplaatsingstraject wordt doorkruist, pleit tegen toewijzing van het verzoek. Onderkend wordt dat kennelijk door nieuwe reorganisaties de kans op een succesvolle interne herplaatsing gering is en dat ook externe herplaatsing niet eenvoudig zal zijn gezien de leeftijd van werkneemster. Dat rechtvaardigt in de gegeven omstandigheden echter niet dat het aangeboden outplacementtraject niet meer wordt uitgeprobeerd. Gezien het langdurig dienstverband van werkneemster rust er bovendien een extra zorgplicht op werkgeefster. Het feit dat werkneemster enkele dagen voor de indiening van het verzoek weer arbeidsongeschikt is geraakt vormt een extra grond voor afwijzing. Dit geldt temeer voor zover het oordeel van de arbo-arts juist is dat de klachten van werkneemster in belangrijke mate samenhangen met de ontslagzaak en herstel stagneert zolang een en ander niet wordt opgelost. Volgt afwijzing van het ontbindingsverzoek.