Rechtspraak
werknemer/werkgeefsterRechtbank Zeeland-West-Brabant, 27 juni 2013
werknemer/werkgeefster
Werknemer is als Assistent Manager in dienst van een hotel. Werknemer heeft diverse (officiële) waarschuwingen gekregen, omdat hij zijn zaken niet op orde heeft en zijn taken niet naar behoren uitvoert. Op 7 februari 2013 heeft werkgeefster werknemer opnieuw een schriftelijke waarschuwing gestuurd en aangegeven dat dit de laatste waarschuwing is. Indien nogmaals mocht blijken dat het functioneren van werknemer onder de norm is en integrale checks niet goed worden gedaan, volgt ontslag op staande voet. Nadat bij een controle van een kamer wederom is gebleken dat deze niet schoon was en absoluut niet door werknemer goedgekeurd had mogen worden, is hij op staande voet ontslagen. Werknemer beroept zich thans op de vernietigbaarheid van het ontslag op staande voet en vordert wedertewerkstelling en loondoorbetaling. Werkgeefster heeft een voorwaardelijk ontbindingsverzoek ingediend.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Gelijktijdig met deze mondelinge behandeling heeft de behandeling van het voorwaardelijk ingediende ontbindingsverzoek plaatsgevonden waarin heden uitspraak wordt gedaan. Werkgeefster heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat zij, met het oog op haar bedrijfsvoering en in het bijzonder tot het behoud van (tevreden) klanten, een groot belang heeft bij een correcte uitvoering van de integrale check van de verhuurbaarheid van kamers. Werknemer is er herhaaldelijk op gewezen dat hij het uitvoeren van de kamercheck diende te verbeteren. Werkgeefster heeft met de diverse waarschuwingen en de laatste officiële waarschuwing zeer duidelijk gemaakt dat nog meer fouten niet meer geaccepteerd zouden worden, waarbij ontslag op staande voet in het vooruitzicht is gesteld. Het had werknemer volkomen helder moeten dat een volgende onjuist uitgevoerde integrale kamercheck voor werkgeefster de druppel zou zijn die de emmer zou doen overlopen. Mede gelet op de voorbeeldfunctie van werknemer is voldoende aannemelijk dat een bodemrechter tot het oordeel komt dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is gegeven. Volgt afwijzing van de vorderingen. Het voorwaardelijk ontbindingsverzoek is wegens een dringende reden toegewezen.