Naar boven ↑

Rechtspraak

werkgeefster/werknemer
Rechtbank Den Haag, 25 juli 2013

werkgeefster/werknemer

Ontbinding arbeidsovereenkomst topstylist nadat uit camerabeelden blijkt dat geld uit kassa wordt weggenomen. Vanwege ontbreken kasboekadministratie is onduidelijk of werknemer de gelden volledig heeft afgedragen. Vergoeding van één maandsalaris

Werknemer (50 jaar) is in dienst als topstylist. Werkgeefster heeft, nadat een vermoeden was ontstaan dat werknemer geld wegnam uit de kassa, camera’s opgehangen. Uit camerabeelden is gebleken dat werknemer geld wegnam. Nadat werknemer de camera’s heeft ontdekt, heeft hij deze verwijderd. Thans verzoekt werkgeefster ontbinding van de arbeidsovereenkomst, primair wegens een dringende reden. Hieraan wordt het wegnemen van geld uit de kassa ten grondslag gelegd.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Werknemer is in staat van faillissement verklaard. Werkgeefster heeft terecht werknemer en niet de curator in de onderhavige procedure betrokken, omdat het stelsel van de faillissementswet met zich brengt dat de gefailleerde ten aanzien van zogenoemde niet-monetaire belangen niet de beschikking en het beheer verliest. De ontbinding van de arbeidsovereenkomst wordt onder een dergelijk niet-monetair belang begrepen (vgl. Wessels Insolventierecht II, nrs. 2343 t/m 2347).

Werknemer stelt dat werkgeefster zich in deze procedure niet op de camerabeelden mag beroepen, omdat de werknemers niet in kennis zijn gesteld van het plaatsen van de camera’s. Niet ter discussie staat dat werknemer regelmatig contant geld uit de kassa in zijn broekzak deed, zodat werknemer geen belang heeft bij het beroep op onrechtmatig verkregen bewijs. Wel staat ter discussie of werknemer de weggenomen gelden zelf heeft behouden of aan werkgeefster heeft afgedragen, in overeenstemming met de afspraak dat de contante dagopbrengst door hem moest worden afgedragen. Geoordeeld wordt dat werkgeefster onvoldoende heeft aangetoond dat werknemer de gelden heeft behouden ten eigen nutte. Werkgeefster heeft erkend dat er geen kasboekadministratie was en dat niet (met regelmaat) de kas werd geteld. Niet kan worden vastgesteld of de dagomzet volledig is afgedragen of niet. Van een dringende reden is geen sprake. Wel is de arbeidsrelatie verstoord, zodat de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden. Dit is aan beide partijen te verwijten. Werkgeefster had duidelijkere instructies kunnen geven over het geld en de afhandeling daarvan. Anderzijds had werknemer als bedrijfsleider ook een eigen verantwoordelijkheid ten aanzien van de afdracht van kasgelden, zeker nadat hij daarover was aangesproken. Hoewel de dringende reden niet is komen vast te staan, worden wel vraagtekens gesteld bij het regelmatig geld uit de kas wegnemen en in de broekzak steken. Dat al dat geld is afgedragen, is evenmin als het omgekeerde komen vast te staan. Er wordt een vergoeding van een maandsalaris (€ 1.728 bruto) toegekend.

  • Instantie: Rechtbank Den Haag
  • Datum uitspraak: 25-07-2013
  • Roepnaam: werkgeefster/werknemer
  • Zaaknummer: 2107526 \ EJ VERZ 13-84481
  • Nummer: AR-2013-0652
  • Onderwerpen: Verstoorde arbeidsrelatie (7:685 BW)
  • Trefwoorden: ontbinding, geen dringende reden, gebruik camerabeelden, onrechtmatig verkregen bewijs, verstoorde arbeidsrelatie en faillissement werknemer