Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/werkgeefster, EELC 2013/24
Internationaal overig, 13 december 2012

werkneemster/werkgeefster, EELC 2013/24

Christelijke werkneemster die vanwege het continudienstrooster ook op zondag moet werken, wordt niet (indirect) gediscrimineerd

De eiseres in deze zaak werkte in een gemeentelijk opvanghuis voor zorgbehoevende minderjarigen. Het personeel van het opvanghuis werkte op basis van continudienstroosters. Volgens die roosters moesten er op ieder tijdstip ten minste twee werknemers, ieder van verschillend geslacht, aanwezig zijn. Volgens het rooster werkten medewerkers zoals de eiseres per periode van drie weken gedurende twee weekends. Dit was voor de eiseres in zoverre bezwaarlijk, dat zij iedere zondag naar de kerk wilde gaan. Om deze reden stond de werkgever gedurende de eerste twee jaar dat de eiseres in dienst was toe dat zij bij wege van uitzondering niet op zondag werd ingeroosterd. Na twee jaar wilde de werkgeefster deze uitzonderingspositie niet langer voortzetten. Dit leidde tot een procedure waarin centraal stond de vraag of van een gelovige werknemer kan worden verlangd op zondag te werken. Een van de aspecten van deze vraag betrof het feit dat de rechter in eerste aanleg zijn – voor de eiseres ongunstige – oordeel had gebaseerd op het effect van een op zichzelf discriminatoire maatregel op de eiseres en niet op de groep waarvan zij deel uitmaakte, in dit geval christenen in het algemeen. Een verplichting om op zondag te werken benadeelt niet alle christenen, zelfs niet de meesten, althans niet onevenredig. De maatregel was daarmee objectief gerechtvaardigd. Hoger beroep is ingesteld.

  • Instantie: Internationaal overig
  • Datum uitspraak: 13-12-2012
  • Roepnaam: werkneemster/werkgeefster, EELC 2013/24
  • Nummer: AR-2013-0675
  • Onderwerpen: Godsdienst
  • Trefwoorden: Employment Appeal Tribunal (VK), gelijke behandeling, godsdienst en zondagsarbeid