Rechtspraak
Gerechtshof Den Haag (Locatie 's-Gravenhage), 3 september 2013
ECLI:NL:GHDHA:2013:3402
werknemer/Orapi Applied Nederland B.V.
Werknemer is in 2010 in dienst getreden van Orapi. Vanaf 2012 bekleedt hij de functie van Sales Manager Benelux. Werknemer heeft suikerziekte en heeft vanaf november 2012 ook hartklachten en psychische problemen. Dit een en ander is bij Orapi bekend. Hij is tevens in behandeling bij een psycholoog en in 2013 opgenomen geweest in het ziekenhuis wegens hartklachten. In januari 2013 is een belangrijk deel van de taken van werknemer door een derde overgenomen. Op 8 februari 2013 wordt werknemer geschorst, waarna hij zich ziek meldt. Op 20 februari wordt werknemer op staande voet ontslagen wegens geconstateerde onregelmatigheden in ‘werkbezoekrapportages’. Zo zou werknemer hebben opgegeven bepaalde klanten te hebben bezocht, terwijl navraag leerde dat dit niet het geval was. Ook zou hij zijn werknemers – in strijd met de afspraken – niet begeleiden bij klantbezoeken en declareert hij alle kosten naast een riante forfaitaire kostenvergoeding.
Het hof oordeelt als volgt. Het stelt voorop dat de lat voor een rechtsgeldig ontslag op staande voet hoog ligt. Naar het oordeel van het hof zijn de in de ontslagbrief aangevoerde redenen, indien bewezen, onvoldoende ter rechtvaardiging van een zo ingrijpende maatregel als een ontslag op staande voet, noch elk op zich noch tezamen. Daartoe is het volgende in aanmerking genomen. Op de bezoekrapporten worden door werknemer steeds onweersproken niet alleen daadwerkelijke klantbezoeken vermeld, maar ook andere vormen van klantcontacten zoals per fax of telefoon. Vergissingen – in de zin dat wordt vergeten om daarbij ‘tel.’ of ‘fax’ of iets dergelijks te vermelden – zijn menselijk, en dat is niet hetzelfde als het schetsen van een verkeerd beeld van de eigen activiteiten. Daarbij tekent het hof aan dat het hier duidelijk om iets anders gaat dan het op een – alleen voor daadwerkelijke klantbezoeken bestemd en gebruikt – formulier vermelden van een ander klantcontact dan een bezoek zonder dat daar uitdrukkelijk bij te vermelden: dan kan niet meer gezegd worden dat het gaat om een menselijke vergissing. Dat er ter zake van de kant van Orapi een duidelijke richtlijn/instructie is uitgevaardigd, is onvoldoende concreet onderbouwd. Bovendien heeft werknemer onweersproken gesteld dat op de bewuste formulieren bij ‘aantal bezoeken’ is vermeld ‘0’, waaraan een extra aanwijzing kan worden ontleend dat werknemer met het formulier niet zozeer het bezoeken van klanten maar veeleer het hebben van enig contact met klanten heeft willen aangeven. Als Orapi een andere werkwijze zou hebben gewenst had het op haar weg gelegen om dit met werknemer te bespreken. Ook de overige aangevoerde verwijten zijn onvoldoende om van een dringende reden te spreken.