Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/BT Nederland N.V.
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 30 december 2013
ECLI:NL:RBAMS:2013:9214

werknemer/BT Nederland N.V.

Werkgever dient na einde dienstverband een pro rata bonus te betalen over de door werknemer gewerkte periode. Finale kwijting in vaststellingsovereenkomst maakt dit niet anders. Verrekening van vakantiedagen op eindafrekening is kinderachtig van werkgever en niet toegestaan

Werknemer is in dienst geweest van BT. Als gevolg van een reorganisatie is werknemer op 7 maart 2012 boventallig geworden. Op 2 april 2012 heeft werknemer gevraagd vakantiedagen op te mogen nemen van 30 juli 2012 tot en met 24 augustus 2012. In augustus 2012 zijn partijen een vaststellingsovereenkomst overeengekomen, op grond waarvan de arbeidsovereenkomst per 1 november 2012 eindigt. Thans is tussen partijen in geschil of werknemer aanspraak maakt op een pro rata bonus over de periode 1 april tot en met 31 oktober 2012 en of BT de door werknemer gevraagde vakantiedagen op de eindafrekening in mindering mag brengen.

De kantonrechter oordeelt als volgt. BT kan zich ter afwering van de vordering met betrekking tot de bonus niet beroepen op de finale kwijting, als opgenomen in artikel 10 van de vaststellingsovereenkomst. Het geschil betreft immers de vraag of de pro rata bonus valt onder artikel 2.1 van de overeenkomst en daarmee of de bonus valt onder het salaris en de emolumenten, die BT tot de einddatum op de gebruikelijke wijze dient voldoen. Niet is gesteld noch is anderszins gebleken dat de doelstellingen van werknemer om in aanmerking te komen voor een bonus niet realistisch waren en/of dat werknemer deze niet heeft behaald of zou kunnen behalen. Tegen deze achtergrond dient pro rata worden afgerekend alsof werknemer de door hem opgegeven doelstellingen heeft behaald. Anderzijds brengt een redelijke uitleg mee dat slechts over de periode dat hij werkelijk arbeid verrichtte, derhalve over de periode 1 april tot 1 augustus 2012, werknemer de bonus krijgt uitgekeerd. Immers, als het verrichten van werkzaamheden (indirect) aanleiding geeft tot het verkrijgen van een bonus, ontstaat er geen recht indien tussen beide partijen wordt overeengekomen dat de werknemer wordt vrijgesteld van de bedongen arbeid tot het einde van de arbeidsovereenkomst.

Ten aanzien van het in mindering brengen van de vakantiedagen op de eindafrekening wordt het volgende geoordeeld. Behalve dat het kinderachtig van BT is om tot verrekening van die dagen over te gaan, is zij daartoe ook niet gerechtigd. Partijen zijn overeengekomen dat per 1 augustus 2012 werknemer werd vrijgesteld van de bedongen arbeid en niet is overeengekomen dat hij zich ter beschikking van BT diende te houden. Werknemer mag dus met zijn tijd doen wat hij wil en hoeft voor een verblijf in het buitenland geen vrij aan BT te vragen.