Rechtspraak
Rechtbank Overijssel (Locatie Zwolle), 29 oktober 2013
ECLI:NL:RBOVE:2013:3570
werknemer/Drabomatic B.V.
Werknemer is sinds 2011 in dienst van Drabo als CNC-frezer. Drabo heeft werknemer diverse keren aangesproken op zijn gedrag. Er zijn diverse incidenten geweest, waarbij collega’s te kennen hebben gegeven zich door het gedrag van werknemer geïntimideerd en/of bedreigd te voelen. Ook houdt werknemer zich niet aan de geldende regels. Na diverse gesprekken en een officiële waarschuwing is in een brief van 12 oktober 2012 een lijst met afspraken op papier gezet en is werknemer een laatste kans geboden zijn gedrag te verbeteren. In de brief wordt hij opgeroepen zijn werk per 15 oktober 2012 te hervatten. Op 15 oktober 2012 heeft werknemer de brief ongeopend aan de directeur van Drabo teruggegeven. Op de envelop heeft hij geschreven: ‘Terug na afzender. Ik ben niet mee eens. Klopt niet. 15-10-2012’. Werknemer is daarop weer vertrokken zonder zijn werkzaamheden te verrichten. Op 15 oktober 2012 is werknemer per brief gesommeerd het werk te hervatten. Ook deze brief is ongeopend teruggeven. Werknemer is een allerlaatste mogelijkheid geboden om het werk op 19 oktober 2012 te hervatten. Werknemer is wederom niet verschenen, waarna hij op staande voet is ontslagen. Werknemer beroept zich op de vernietigbaarheid van het ontslag.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Vast staat dat werknemer in vier gesprekken is aangesproken op zijn gedrag en dat werknemer zich in die gesprekken bleef verzetten tegen de visie van Drabo op zijn functioneren en wat Drabo van hem verlangde, te weten het zich schikken naar de geldende regels en de gegeven instructies. Ook staat vast dat werknemer drie keer is opgeroepen het werk te hervatten. Werknemer heeft betoogd dat Drabo in het gesprek van 12 oktober 2012 onredelijke voorwaarden voor hervatting heeft gesteld. In het bijzonder heeft werknemer in dat kader aangevoerd dat van hem werd verlangd dat hij persoonlijk aan alle zestig medewerkers van Drabo zijn excuses moest maken. Dit betoog moet als niet aannemelijk worden gepasseerd. Van werknemer werd verwacht dat hij zijn excuses zou aanbieden aan de personen met wie hij onenigheid heeft gehad. Drabo heeft daarover onweersproken gebleven aangevoerd dat het ging om vier directe collega’s. Werknemer heeft daarnaast aangevoerd dat hem niet kan worden verweten dat hij niet op de hoogte is geraakt van de inhoud van de brief van 17 oktober 2012. Het staat vast dat werknemer ervoor heeft gekozen de enveloppen van de aan hem gezonden brieven niet te openen. Bij lezing van deze brieven had werknemer kunnen weten dat Drabo van hem verlangde dat hij weer aan het werk ging. Het hiervan geen kennisnemen komt, gelet op het bepaalde in artikel 3:37 lid 3 tweede zin BW, dan ook voor zijn rekening en risico. Het op 19 oktober 2012 voor de derde maal niet verschijnen voor het verrichten van de werkzaamheden levert een dringende reden in de zin van artikel 7:677 lid 1 BW op. In wat over de (overige) persoonlijke omstandigheden van werknemer is aangevoerd, daaronder begrepen zijn leeftijd van 40 jaar, de duur van het dienstverband van afgerond 14 maanden, zijn onbestreden vakmanschap en bereidheid tot overwerk en/of de bij hem bestaande financiële problemen als gevolg van een gokverslaving, ligt onvoldoende zwaarwichtige grond om aan te nemen dat het aan hem gegeven ontslag op staande voet niet in voldoende mate gerechtvaardigd is.