Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Busters Garaga NV
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, 10 december 2013
ECLI:NL:OGEAA:2013:31

werkneemster/Busters Garaga NV

Geen werkweigering indien werkneemster niet komt opdagen bij uitvoeren van niet-functiegerelateerde taken (ontruiming werkplek). Matiging loonvordering en concordantiebeginsel.

Werkneemster is vanaf 7 januari 2009 in dienst van Busters als 'kitchen staff'.  Op of omstreeks 21 april 2012 heeft Busters haar vestiging gesloten omdat zij het (tot dan) gehuurde pand moest ontruimen. Busters heeft haar werknemers verzocht of opgedragen behulpzaam te zijn bij het ontruimen van het gehuurde. Werkneemster heeft in juni 2013 loondoorbetaling gevorderd vanaf juni 2012. Busters stelt zich op het standpunt dat werkneemster zelf ontslag heeft genomen. Zij is namelijk niet verschenen bij het ontruimen van het pand ondanks herhaalde oproep daartoe. Werkneemster stelt zich op het standpunt dat het ontruimen van Busters niet tot haar werkzaamheden behoorde, zodat zij niet ongeoorloofd afwezig was.

Het gerecht oordeelt als volgt. Aan het wegblijven van werkneemster mocht Busters in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs niet de betekenis toekennen dat zij ontslag had genomen. De gestelde feiten voldoen niet aan de strenge maatstaf ter beantwoording van de vraag of een werknemer zijn dienstbetrekking vrijwillig heeft willen beëindigen, welke maatstaf ertoe dient de werknemer te behoeden voor de ernstige gevolgen die vrijwillige beëindiging van het dienstverband voor hem kan hebben. De omstandigheid dat Busters haar ondernemingsactiviteiten (tijdelijk) staakte, zou niet reeds een rechtvaardiging voor ontslag of beëindiging van de arbeidsovereenkomst zonder vergoeding door haar zijn geweest, zodat Busters ook niet mocht concluderen dat werkneemster daar alvast op anticipeerde. De termijn die is verlopen sinds de laatste werkdag van werkneemster leidt met betrekking tot de loonbetalingsverplichting evenwel tot de conclusie dat onvoldoende gebleken is dat zij zich gedurende die tijd ook beschikbaar heeft gehouden om de overeengekomen werkzaamheden te verrichten. Van haar had in dit verband mogen worden verwacht dat zij met enige regelmaat met Busters contact zou opnemen om te laten weten dat zij nog steeds bereid en beschikbaar was om te komen werken. Busters heeft zich niet voldoende gemotiveerd erop beroepen dat toewijzing van het nu verschuldigde loon naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn, terwijl overigens de wet niet voorziet in matiging van een loonvordering en voorts ook op grond van het beginsel van concordantie geen matiging mogelijk is, nu artikel 7:680a BW Nederland de rechter alleen een matigingsbevoegdheid toekent in geval een aan de werknemer verleend ontslag nadien nietig wordt bevonden. Wel komt het gerecht de bevoegdheid toe de wettelijke verhoging als bedoeld in artikel 7A:1614q BW te matigen tot zodanig bedrag dat als hem met het oog op de omstandigheden van het geval billijk zal voorkomen.