Rechtspraak
Hof van Justitie van de Europese Unie, 13 februari 2014
ECLI:EU:C:2014:78
Strojírny Prostějov a.s./Odvolací finanční ředitelství
De hoofdgedingen betreffen twee Tsjechische vennootschappen die van de diensten van Slowaakse uitzendbureaus gebruik hebben gemaakt en de in de Tsjechische wetgeving voorgeschreven bronheffing niet hebben toegepast. De Tsjechische belastingautoriteiten hebben deze vennootschappen een naheffingsaanslag opgelegd ten belope van het bedrag dat zij op het loon van de werknemers hadden moeten inhouden. Volgens deze Tsjechische vennootschappen was het bedrag van de bronheffing in het aan de uitzendbureaus betaalde bedrag begrepen. De naheffingsaanslag houdt voor hen derhalve in dat zij deze heffing nogmaals dienen te betalen en bovendien, vanwege het forfaitair vastgestelde percentage van 60%, op basis van een grondslag die aanmerkelijk hoger is dan het werkelijke loon van de werknemers. Volgens hen is sprake van schending van vrij verkeer van diensten. De prejudiciële vraag luidt als volgt: Verzetten de artikelen 56 VWEU en 57 VWEU zich tegen een nationale wettelijke regeling volgens welke, wanneer een onderneming (de dienstverrichter) die werknemers ter beschikking van een andere onderneming stelt, is gevestigd op het grondgebied van een andere lidstaat, de onderneming die de diensten van deze werknemers gebruikt, verplicht is de inkomstenbelasting voor deze werknemers in te houden en aan de schatkist te betalen terwijl, wanneer de dienstverrichter is gevestigd op het Tsjechische grondgebied, die verplichting op de dienstverrichter rust? En voorts of deze bepalingen zich tegen een regeling verzetten volgens welke voor die werknemers de belastinggrondslag in de inkomstenbelasting forfaitair is vastgesteld op minimaal 60% van het door het uitzendbureau in rekening gebrachte bedrag wanneer dat bedrag ook de bemiddelingskosten van dat uitzendbureau omvat?
De advocaat-generaal Wathelet concludeert als volgt. Artikel 56 VWEU verzet zich tegen een nationale wettelijke regeling als artikel 6 lid 2 van de Tsjechische wet nr. 586/1992 op de inkomstenbelasting waarbij ingezetenen van Tsjechië die gebruik maken van werknemers die hun door een in een andere lidstaat gevestigd uitzendbureau ter beschikking zijn gesteld, de verplichting opgelegd wordt een bronheffing op de lonen van die werknemers in te houden (op basis van een vermoedelijke belastinggrondslag van 60% van het totale door het uitzendbureau in rekening gebrachte bedrag), terwijl deze verplichting in geval van een ingezeten uitzendbureau op dat uitzendbureau zou rusten.