Rechtspraak
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, 12 februari 2014
ECLI:NL:OGEAA:2014:4
werknemer/Valero Refinery Company Aruba N.V.
In het kader van een grote reorganisatie bij Valero wegens het sluiten van een raffinage (565 werknemers werden ontslagen en slechts 70 werknemers behielden hun baan), is met de vakbonden een sociaal plan opgesteld. Aan werknemers is een link gestuurd waarmee zij gemakkelijk de ontslagvergoeding konden uitrekenen. Werknemer heeft vervolgens – net als alle anderen – de vaststellingsovereenkomst getekend met de hem toekomende vergoeding. Na ondertekening komt Valero erachter dat er een fout in de berekening is geslopen (bij alle werknemers) wat de afronding van de A-factor betreft. Valero stuurt daarom een herstelbericht aan alle werknemers en geeft hen de keuze de nieuwe ontslagvergoeding te accepteren. Valero betaalt hen enkel de gewijzigde ontslagvergoeding uit. Werknemer vordert in deze procedure nakoming van de reeds overeengekomen ontslagvergoeding (een verschil van ruim Afl. 42.674,11). Valero verweert zich als volgt. Een redelijke uitleg van de overeenkomst is dat werknemer een beëindigingsvergoeding toekwam op basis van het sociaal plan van 8 oktober 2012. Werknemer kan Valero niet houden aan een abusievelijk gemaakte berekeningsfout. Alle werknemers hebben een vergoeding ontvangen op basis van de formule van het sociaal plan, ook al was hen eerder een vergoeding toegezegd die hoger of lager was. De redelijkheid en billijkheid verzet zich tegen het toekennen van enig additioneel bedrag aan werknemer.
Het Gerecht oordeelt als volgt. Voorop wordt gesteld dat partijen zich jegens elkaar dienen te gedragen overeenkomstig de eisen van redelijkheid en billijkheid. Dit brengt met zich dat een tussen hen geldende afspraak terzijde dient te worden geschoven, indien nakoming hiervan in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn (art. 6:2 BWA). De rechter dient bij de toepassing van artikel 6:2 BW de nodige terughoudendheid te betrachten. Zelfs indien ervan uit wordt gegaan dat alle werknemers bereid waren om de gewijzigde overeenkomst te tekenen, heeft dat niet tot gevolg dat nakoming door Valero van de tussen haar en werknemer gesloten overeenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. Daar komt bij dat blijkt dat de werknemers de keuze hadden om de gewijzigde Waiver en Release Agreement te tekenen. Werknemer heeft daar kennelijk niet voor gekozen en kan derhalve evenmin gebonden worden aan de gewijzigde overeenkomst, die kennelijk in concept voor hem klaar lag. Nu Valero geen andere feiten heeft gesteld die leiden tot de conclusie dat nakoming door haar van de overeenkomst tussen partijen van 12 oktober 2012 naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, wordt dit verweer verworpen.