Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Brocacef B.V.
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 14 februari 2014
ECLI:NL:RBAMS:2014:830

werkneemster/Brocacef B.V.

Werkneemster loopt tijdens het werk letsel op, doordat een sealmachine op haar voet is gevallen. Werkgever is aansprakelijk voor schade. Geen huis-tuin-en-keukenongeval.

Werkneemster is in dienst van Brocacef. Tijdens het werk is werkneemster een ongeval overkomen. Bij het verwisselen van een stickerrol in de stickerprinter is een sealmachine van het bureau waaraan werkneemster op dat moment werkzaam was, gevallen op haar voet. Daarbij is een wond aan de linkervoet ontstaan en de kleine teen van die voet gebroken. In de onderhavige deelgeschilprocedure stelt werkneemster Brocacef aansprakelijk voor haar schade. Zij stelt dat sprake was van een onveilige werkplek. Brocacef heeft aangevoerd dat werkneemster voordat zij haar werkzaamheden begon, diverse inlichtingen en instructies heeft ontvangen. Er was volgens Brocacef sprake van een zogenaamd huis-tuin-en-keukenongeval, dat had kunnen worden voorkomen door het inachtnemen van de gebruikelijke voorzichtigheid.

De kantonrechter oordeelt als volgt. In deze procedure is uitsluitend aan de orde of Brocacef heeft voldaan aan haar zorgplicht. Naar aanleiding van de door partijen in het geding gebrachte foto’s van de werktafel waar het in deze zaak om gaat, wordt geoordeeld dat reeds aan de hand daarvan duidelijk zichtbaar is dat er vrij weinig ruimte op de tafel is om het sealapparaat naartoe te schuiven als de stickerprinter moet worden geopend bij het vervangen van de stickerrol. Bovendien is er al relatief weinig ruimte bij de opstelling waarbij het sealapparaat naast de stickermachine staat: het sealapparaat is schuin geplaatst, tegen de rand van de tafel. Vervolgens is er de noodzaak om met dat relatief zware apparaat te schuiven, omdat er zo weinig ruimte op tafel over is dat het deurtje van de stickermachine niet kan worden geopend. Alleen al vanwege deze situatie en het gewicht van het te verschuiven apparaat (ca. 3 kilo) is er geen sprake van een zogenaamd huis-tuin-en-keukenongeval. Brocacef kan worden verweten dat zij geen maatregelen heeft getroffen om deze situatie te voorkomen. De door werkneemster aangevoerde maatregelen – een antislipmat of opstaande rand aan de tafel – hadden het ongeluk wellicht kunnen voorkomen. Een aanzienlijk ruimere tafel met een veiligere opstelling van de benodigde apparatuur lijkt eveneens aangewezen. Dat het risico-inventarisatierapport geen veiligheidsschoenen voorschrijft in de werkruimte van werkneemster maakt dit niet anders. Dit leidt tot de conclusie dat Brocacef is tekortgeschoten in de op haar rustende zorgplicht. Van opzet of bewuste roekeloosheid is geen sprake. Brocacef wordt derhalve aansprakelijk geacht voor de door werkneemster geleden en nog te lijden schade als gevolg van het ongeval.