Rechtspraak
werkgeefster/werknemerRechtbank Zeeland-West-Brabant, 12 december 2013
werkgeefster/werknemer
Werknemer is sinds 1996 als Machine Bediende in dienst van werkgeefster, een organisatie die zich in het bijzonder bezighoudt met de vervaardiging van (diepvries)taart en gebak. Werkgeefster verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Daartoe wordt het volgende aangevoerd. Nadat bij werkgeefster het vermoeden is gerezen dat werknemer een alcoholprobleem heeft, heeft werkgeefster er diverse keren bij werknemer op aangedrongen dat hij hulp zou zoeken. Nadat werknemer zijn alcoholprobleem heeft erkend en heeft aangegeven dat hij onder behandeling staat bij een verslavingskliniek, heeft werkgeefster de bedrijfsarts ingeschakeld. Werknemer is ondersteuning toegezegd in de vorm van begeleiding door P&O, door de inschakeling van een maatschappelijk werker en ook financieel, voor eventueel (intensievere) behandelingen, als daar op andere wijze geen vergoeding voor verkregen kon worden. Tijdens de gestarte behandeling is werknemer ander passend werk opgedragen. Nadat de behandeling succesvol is verlopen en werknemer hersteld is gemeld, is hij teruggevallen en bleek hij zijn probleem niet onder controle te hebben. Gebleken is dat werknemer gemaakte afspraken niet nakomt, onder meer door onder invloed op het werk te zijn verschenen. Voor werkgeefster is hiermee de maat vol. De kantonrechter heeft het ontbindingsverzoek aangehouden om de kans van slagen van de nu ingezette behandeling en anderzijds het vertrouwen over en weer in een verdere succesvolle voortzetting van de arbeidsverhouding te kunnen beoordelen (zie AR 2014-0201).
De kantonrechter oordeelt als volgt. Gebleken is dat de behandeling voorspoedig verloopt. Bij de voortgezette behandeling is echter duidelijk geworden dat het noodzakelijke vertrouwen om te komen tot een succesvol vervolg van de arbeidsverhouding ontbreekt, zonder dat daarvoor direct een van beide partijen een verwijt kan worden gemaakt. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden. Partijen hebben aangegeven zich te kunnen verenigen met een ontbinding per 1 april 2014 onder toekenning van een vergoeding van € 30.000. Er zijn geen feiten of omstandigheden die nopen tot het nemen van een andere beslissing.