Rechtspraak
Rechtbank Overijssel (Locatie Zwolle), 4 maart 2014
ECLI:NL:RBOVE:2014:971
FNV Bondgenoten/Vos Limburg B.V.
Na het faillissement van Transportbedrijf Wilms heeft Vos Limburg deze onderneming per 18 juni 2012 voortgezet. Vos Limburg valt onder de CAO Goederenvervoer Nederland (hierna: cao). Circa veertig werknemers van Wilms zijn bij Vos Limburg in dienst getreden. Op deze dienstverbanden is de cao van toepassing. In de onderhavige procedure vordert FNV Bondgenoten Vos Limburg ten aanzien van de overgenomen werknemers te veroordelen tot naleving van artikel 17 van de cao door met terugwerkende kracht vanaf 18 juni 2012 over te gaan tot toepassing van de juiste loontrede. FNV Bondgenoten stelt dat de werknemers ten onrechte zijn ingeschaald op een lagere loontrede en sommige werknemers op twee lagere loontreden.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Vos Limburg dient, gegeven artikel 4 lid 13 cao dat de bewijslast van de nakoming van de cao bij de werkgever legt, te stellen en bij tegenspraak eventueel te bewijzen dat de inschaling in overeenstemming met artikel 17 cao correct heeft plaatsgevonden. Vos Limburg heeft onvoldoende aan haar stelplicht voldaan. De inschaling dient per werknemer met terugwerkende kracht tot de datum van indiensttreding te worden herzien. Dat geldt evenwel niet ten aanzien van de werknemers die bewust afstand hebben gedaan van hun recht op inschaling in de trede waarop zij destijds door Wilms waren ingeschaald (arrest HR 19 december 1997, r.o. 3.6, NJ 1998/403). Hoe zich dit verhoudt tot artikel 12 WCAO op grond waarvan elk, in strijd met de cao gemaakt beding – waartoe ook de overeengekomen te lage inschaling wordt gerekend – geconverteerd wordt in een met de cao overeenstemmend beding, maakt het arrest niet duidelijk. Artikel 7:902 BW biedt hier een aanknopingspunt, omdat dit artikel de mogelijkheid geeft om bij een vaststelling ter beëindiging van onzekerheid of geschil op vermogensrechtelijk gebied van dwingend recht af te wijken. Het moet, gegeven het arrest, wel gaan om werknemers die bewust van hun recht afstand hebben gedaan. De kantonrechter is van oordeel dat, toegespitst op de onderhavige casus, aan de volgende voorwaarden moet zijn voldaan: (1) tussen de werknemer en Vos Limburg is een meningsverschil ontstaan over de inschaling en (2) de werknemer heeft vervolgens duidelijk en ondubbelzinnig afstand gedaan van zijn recht op de door hem gewenste inschaling. Drie ex-werknemers hebben de brief/verklaring van 18 augustus 2012 ondertekend waarin zij verzoeken om inschaling conform de cao. Ten tijde van de door hen (later) verleende finale kwijting waren zij zich van hun aanspraak op de inschaling dus bewust. Daarom worden zij geacht van hun recht op de hogere inschaling bewust afstand te hebben gedaan. Voor beantwoording van de vraag of ook andere werknemers afstand hebben gedaan is nader onderzoek en overleg tussen partijen noodzakelijk. Het ligt voor de hand dat FNV Bondgenoten in dezen het initiatief neemt.