Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgeefster
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 7 april 2014
ECLI:NL:RBAMS:2014:2282

werknemer/werkgeefster

Werknemer beroept zich met succes op opzegverbod wegens overgang van onderneming. ETO-redenen niet aannemelijk. Toewijzing vordering tot wedertewerkstelling.

Werknemer is sinds 2003 in dienst. Hij is werkzaam in de functie Director Product Services EMEA. Als gevolg van een overgang van onderneming is hij per 4 oktober 2013 van rechtswege in dienst getreden van werkgeefster. Op 28 januari 2014 heeft het UWV toestemming voor opzegging van de arbeidsovereenkomst verleend. Het UWV overweegt daarbij dat de overgang van onderneming al weer enige tijd geleden is en aannemelijk is geworden dat werkgeefster de organisatie anders wil inrichten, een managementlaag laat verdwijnen, dat geen passende herplaatsingsmogelijkheid voorhanden is en dat een alternatief voor ontslag ontbreekt. Werknemer heeft op grond van de overgang van onderneming de nietigheid van de opzegging ingeroepen. De arbeidsovereenkomst is inmiddels voorwaardelijk ontbonden. Thans vordert werknemer wedertewerkstelling. Hij voert daartoe – kort samengevat – aan dat sprake is van een voorgewende reden voor ontslag. Het ontslag is gegeven wegens de overgang van onderneming. Werkgeefster betwist dit en stelt dat sprake is van zogenoemde ETO-redenen.

De kantonrechter oordeelt als volgt. In casu – waar geen nader onderzoek naar de feiten of omstandigheden kan plaatsvinden – staat vast dat de aankondiging dat werkgeefster het dienstverband met werknemer wilde beëindigen, kort na de overgang van onderneming is gedaan. Voor de overgang is nooit gesproken over een reorganisatie van de Nederlandse vestiging/afdeling. Dat er voor de mededeling van het ontslag een (gedegen) onderzoek naar de organisatie en de functie c.q. omvang van de taken en verantwoordelijkheden van werknemer is gedaan, is gesteld noch gebleken. Ook is geen reorganisatieplan aanwezig en is niet gekeken naar een invulling van de taken en verantwoordelijkheden van werknemer of herplaatsing in een andere functie. Dat na de overgang van onderneming de onder werknemer ressorterende werknemers in aantal is gedaald, moge zo zijn maar dat feit sec is onvoldoende om te concluderen dat het ontslag geen verband houdt met de overgang van onderneming of om de aanwezigheid van louter ETO-redenen te rechtvaardigen. Vooralsnog is onvoldoende aannemelijk geworden dat de opzegging geen verband houdt met de overgang van onderneming. Volgt toewijzing van de gevorderde wedertewerkstelling.