Rechtspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Leeuwarden), 22 april 2014
ECLI:NL:GHARL:2014:3380
H.C. Beheer/B
A en B waren tot oktober 2009 beiden statutair directeur van H.C. Beheer, een onderneming die zich richt op verschillende beveiligingsactiviteiten. Bij beëindigingsovereenkomst van 22 oktober 2009 heeft B zijn aandelen in H.C. Beheer verkocht aan A en is B teruggetreden als statutair directeur. In artikel 4.4 van de beëindigingsovereenkomst zijn A en B een concurrentiebeding overeengekomen. Omdat B kort daarna een eigen onderneming op het terrein van beveiligingsactiviteiten opricht, hebben A en B het concurrentiebeding aangepast in een relatiebeding. Thans vordert H.C. Beheer betaling van de contractuele boete van € 50.000 wegens een vermeende schending van het concurrentie-/relatiebeding, bestaande uit het aannemen van een opdracht dan wel het onderhouden van contacten met de Gemeente Assen inzake de TT Kermis. B stelt zich op het standpunt dat sprake is van een misverstand. De rechtbank heeft de vorderingen afgewezen.
Het hof oordeelt als volgt. B heeft in 2010, door een klant die eerder opdrachten heeft verstrekt aan H.C. Beheer niet eerst naar H.C. Beheer te verwijzen maar naar een derde, vervolgens zelf (een deel van) de aan die derde opgedragen werkzaamheden te verrichten en daarvoor (al dan niet via B BV) aan die derde te declareren, in strijd gehandeld met het verbod om H.C. Beheer concurrentie aan te doen. Het hof deelt echter het standpunt van B dat zijn vennootschap geen partij is bij beide bedingen. Daarmee is bepaald niet gezegd dat het B dan vrijstond om in strijd met die bedingen te handelen zolang hij dat maar onder de paraplu van zijn vennootschap deed. Beide bedingen verbieden immers ook het indirect beconcurreren. Nu H.C. Beheer geen grond voor buitencontractuele aansprakelijkheid van B BV heeft aangevoerd, dient de vordering tegen laatstgenoemde vennootschap te worden afgewezen. Het hof ziet dan ook geen aanleiding voor matiging van de gevorderde boete, nu H.C. Beheer zich reeds heeft beperkt tot het vorderen van slechts één overtreding (en niet meerdere).