Booking.com B.V./werknemer c.s.

Werknemer is in dienst geweest van Booking.com. In kort geding is het werknemer gelet op het van toepassing zijnde concurrentiebeding verboden in dienst te treden bij X en/of enige hieraan gelieerde onderneming (zie AR 2014-0276). In de onderhavige procedure vordert Booking.com werknemer en X c.s. te gebieden zich onverkort te houden aan de uitgesproken veroordelingen, op straffe van een dwangsom. Hiertoe wordt aangevoerd dat werknemer niet ondubbelzinnig en schriftelijk heeft bevestigd dat hij zich aan het vonnis zal houden.

De kantonrechter oordeelt als volgt. De betekening van de dagvaarding heeft op de juiste wijze, conform het Haags Betekeningsverdrag, plaatsgevonden. De Nederlandse rechter, specifiek de Kantonrechter Amsterdam is bevoegd van deze vordering kennis te nemen. Onvoldoende aannemelijk is geworden dat werknemer zich niet heeft gehouden of houdt aan het kortgedingvonnis. Er is ook onvoldoende gesteld om aan te nemen dat het handelen van X c.s. onrechtmatig zou zijn. De vorderingen worden derhalve afgewezen.