Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/werkgever
Rechtbank Oost-Brabant, 28 mei 2014

werkneemster/werkgever

Afwijzing vordering tot schorsing concurrentiebeding advocaat. Belangenafweging in voordeel werkgever. Tekst concurrentiebeding impliceert niet alleen verbod tot indiensttreding in loondienst, maar ook het voor eigen rekening en risico voeren van een praktijk als advocaat.

Werkneemster is in 2007 in dienst getreden van werkgever als juridisch medewerker. In 2008 is zij aan haar advocatenstage begonnen. In de arbeidsovereenkomst is een concurrentie- en relatiebeding opgenomen, met onder meer de volgende inhoud: ‘Het is werkneemster verboden binnen een tijdvak van 1 jaar na beëindiging van de arbeidsovereenkomst binnen een kring met werkgever als middelpunt (Oss) en met een straal van 30 kilometer in enigerlei vorm werkzaam te zijn bij een bedrijf gelijk, gelijksoortig of aanverwant aan dat van werkgever.’ Werkneemster heeft haar dienstverband opgezegd en aangegeven voor zichzelf te willen beginnen. Zij vordert schorsing van het concurrentiebeding. Zij stelt dat het feitelijk onmogelijk is om zelf een praktijk op te zetten en die te combineren met haar gezin. Niet alleen vanwege de beperking in tijdsduur maar ook vanwege de geografische beperking en de huidige markt.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Anders dan werkneemster stelt, impliceert de tekst van het concurrentiebeding niet dat enkel uitgegaan moet worden van een betrekking in loondienst zodat werkneemster wel voor eigen rekening en risico een praktijk als advocaat mag voeren. De belangenafweging valt in het voordeel van werkgever uit. Aan de zijde van werkneemster wordt meegewogen dat zij haar positie zal kunnen verbeteren door een eigen praktijk. Zij heeft echter zelf haar arbeidsovereenkomst opgezegd en niet is komen vast te staan dat er voor haar bij werkgever geen toekomstperspectief was. Werkgever heeft er in deze economisch moeilijke tijden belang bij het bedrijfsdebiet in stand te houden. Werkgever heeft er een gerechtvaardigd belang bij om ten aanzien van werkneemster in wie is geïnvesteerd, het concurrentiebeding gedurende een jaar binnen een straal van 20 kilometer (waartoe het concurrentiebeding door werkgever gematigd is) te handhaven om te voorkomen dat zij bij of als directe concurrent gaat werken, zeker nu dit beding geografisch beperkt en niet buitensporig lang is. Volgt afwijzing van de vordering.

  • Instantie: Rechtbank Oost-Brabant
  • Datum uitspraak: 28-05-2014
  • Roepnaam: werkneemster/werkgever
  • Zaaknummer: 3034575/251
  • Nummer: AR-2014-0590