werknemer/Moneyhouse c.s.

Werknemer is op 1 september 2011 bij Moneyhouse in dienst getreden als allround administratief commercieel medewerker. Door middel van een splitsingsovereenkomst zijn twee vennoten, A en B, overeengekomen dat Moneyhouse per 1 juli 2014 wordt ontbonden. Daarbij is afgesproken dat A de arbeidsverhouding met werknemer overneemt per 1 juli 2014. Na 1 juli 2014 is slechts 50% van het loon door A betaald. B heeft niets betaald. Werknemer vordert betaling van de resterende 50% van het loon.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Afgesproken is dat A de arbeidsverhouding van werknemer per 1 juli 2014 overneemt. Dat werknemer – zoals A stelt – in de praktijk ten kantore van A nog werkzaamheden voor Moneyhouse verricht (kennelijk ter afwikkeling van Moneyhouse) doet daaraan niet af. Er is sprake van een overgang van onderneming ex artikel 7:663 BW. A dient dus met ingang van 1 juli 2014 het (volledige) salaris van werknemer te betalen. Daaraan doet niet af dat het vermogen van Moneyhouse nog niet is vereffend.