Rechtspraak
werkneemster/werkgeverRechtbank Den Haag, 12 juni 2014
werkneemster/werkgever
Werkneemster is in dienst van werkgever als begeleider C. Op de arbeidsovereenkomst is de CAO Gehandicaptenzorg van toepassing. Werkneemster is op staande voet ontslagen, nadat uit onderzoek gebleken is dat zij meerdere keren op onregelmatige wijze geld had weggenomen uit de kas. Werkgever heeft hiertoe een rapport van de bedrijfsrecherche overgelegd. Werkneemster betwist dat zij geld heeft ontvreemd en beroept zich op de vernietigbaarheid van het ontslag. Werkgever vordert in reconventie gefixeerde schadevergoeding.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Op grond van het verslag van de bedrijfsrecherche staat vast dat werkneemster heeft erkend dat zij geld heeft ontvreemd uit de kas van de zorglocatie waar zij werkzaam was en dat zij, om dit te verbloemen, gebruik heeft gemaakt van zelfgemaakte, handgeschreven bonnen, van reeds eerder geboekte bonnen en dat zij door haar weggenomen bedragen heeft afgeboekt als ‘zakgeld’ voor cliënten. De stelling van werkneemster dat zij deze verklaringen heeft afgelegd omdat de medewerkers van de bedrijfsrecherche op onoorbare wijze druk op haar hebben uitgeoefend, is niet aannemelijk geworden. Het feit dat zij gedurende langere tijd (circa drie uur) intensief over het kasbeheer is bevraagd, zal weliswaar, mede gelet op de feiten waarover zij werd bevraagd, tot spanningen bij haar hebben geleid, maar dat op zich leidt niet tot de conclusie dat zij de zojuist bedoelde feiten heeft erkend omdat zij daartoe werd gedwongen en/of niet meer conform haar wil kon verklaren. Het ontvreemden van geld uit de kas van de zorglocatie is voldoende komen vast te staan. Er is sprake van een dringende reden voor ontslag op staande voet. De gevolgen voor de opleiding en de ingrijpende gevolgen voor werkneemster maken dit niet anders. De vorderingen van werkneemster worden afgewezen. De in reconventie gevorderde gefixeerde schadevergoeding van € 5.843,36, te vermeerderen met de wettelijke rente, wordt toegewezen.