Naar boven ↑

Rechtspraak

werkgeefster/werknemer
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 28 augustus 2014

werkgeefster/werknemer

Kantonrechter verklaart zich onbevoegd kennis te nemen van ontbindingsverzoek, omdat werknemer zijn woonplaats heeft in Duitsland. Dat een eerder ingediend ontbindingsverzoek wel door de Nederlandse rechter is beoordeeld, maakt dit niet anders.

Werkgeefster verzoekt de arbeidsovereenkomst van werknemer te ontbinden. Werknemer voert verweer en stelt dat de Nederlandse kantonrechter op grond van de EEX-Verordening niet bevoegd is om kennis te nemen van de vordering, nu hij in Duitsland woonachtig is. Werkgeefster voert aan dat werknemer gedurende zijn dienstverband steeds woonachtig is geweest in Nederland en het voor de rechtsmacht van de Nederlandse rechter geen gevolgen heeft dat werknemer na zijn ziekmelding naar Duitsland is vertrokken en sindsdien daar verblijft. Bovendien voert werkgeefster aan dat het verschijnen in rechte in het kader van een eerder gevoerde ontbindingsprocedure, waarbij het ontbindingsverzoek is afgewezen, dient te worden beschouwd als een forumkeuze. Naar mening van werkgeefster valt het immers niet te rechtvaardigen waarom de Nederlandse rechter toen wel maar nu geen rechtsmacht zou hebben.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Op grond van artikel 20 van de verordening kan de vordering van een werknemer slechts worden gebracht voor de gerechten van de lidstaat op het grondgebied waarvan de werknemer woonplaats heeft. Op grond van artikel 30 aanhef en onder 1 EEX-Verordening is het moment waarop het verzoekschrift bij het gerecht wordt ingediend bepalen voor het antwoord op de vraag naar welk tijdstip de bevoegdheidsvraag dient te worden beoordeeld. In dit geval is het verzoekschrift op 7 juli 2014 door de griffie ontvangen, terwijl werknemer sinds 15 januari 2014 op een adres in Duitsland staat ingeschreven. Vervolgens dient de vraag beantwoord te worden wat heeft te gelden als ‘woonplaats’ van werknemer (art. 1:10 BW). Werknemer voert ter zitting aan dat hij sinds een jaar geleden een appartement huurt in Duitsland. Hij voert voorts aan dat hij zijn inboedel heeft verplaatst van Etten-Leur, alwaar hij voorheen woonachtig was, naar zijn appartement in Duitsland en dat hij sindsdien in zijn woning in Duitsland verblijft. Dit is door werkgeefster niet betwist. Geoordeeld wordt dat werknemer zijn woonplaats heeft in Duitsland, zodat het verzoek van werkgeefster slechts kan worden gebracht voor de Duitse rechter. Dat werknemer zich heeft beroepen op de onbevoegdheid van de Nederlandse rechter kan niet worden aangemerkt als misbruik van recht. De kantonrechter verklaart zich onbevoegd van de vordering kennis te nemen.

  • Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
  • Datum uitspraak: 28-08-2014
  • Roepnaam: werkgeefster/werknemer
  • Zaaknummer: 3214868 AZ VERZ 14-84
  • Nummer: AR-2014-0843
  • Onderwerpen: Overige
  • Trefwoorden: bevoegdheid Nederlandse rechter, woonplaats werknemer en ontbinding