Countus Accountants en Adviseurs B.V./werknemer

Werknemer (57 jaar) is sinds 2000 in dienst van Countus als loonadministrateur. Countus verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Countus legt aan haar verzoek, kort samengevat, ten grondslag dat het functioneren van werknemer te wensen overlaat en sprake is van een breuk in het vertrouwen waardoor voortzetting van het dienstverband onmogelijk is geworden. Werknemer heeft in de periode van april 2013 tot 17 oktober 2013 een individueel verbeterplan (IVP)-traject doorlopen. Hoewel het functioneren tijdens dit traject is verbeterd, is de verbetering toch onvoldoende gebleken. Countus heeft klachten ontvangen van klanten. Bij werknemer zijn vele fouten ontdekt. In 2014 is een klant vertrokken. Werknemer heeft primair verzocht om de gevraagde ontbinding af te wijzen en subsidiair verzocht een vergoeding met C=2 toe te kennen.

De kantonrechter oordeelt als volgt. De arbeidsovereenkomst wordt wegens een verstoorde arbeidsrelatie ontbonden. Er is geen sprake van ernstige verwijtbaarheid aan de zijde van een van de partijen. Veeleer is sprake van de situatie dat een werknemer die lange tijd naar behoren heeft gefunctioneerd nieuwe ontwikkelingen, met name op het gebied van digitalisering, reorganisaties en online werken, niet (voldoende) heeft kunnen bijbenen. Partijen zijn het erover eens dat werknemer op deze gebieden verbeteringen heeft laten zien maar Countus vindt deze kennelijk onvoldoende. Van het ‘niet kunnen bijbenen’ kan werknemer geen verwijt worden gemaakt. Hij heeft inzet getoond en hulp gevraagd en aanvaard. Anderzijds heeft werknemer niet aannemelijk gemaakt dat hem onvoldoende begeleiding is aangeboden. Een op non-actiefstelling met onmiddellijke ingang is in het onderhavige geval een te vergaand middel geweest. Uit het dossier komt naar voren dat partijen in overleg waren over de verbeterpunten. Dat in een dossier aan het licht komt dat nog niet alles is gecorrigeerd door werknemer is onvoldoende om een op non-actiefstelling, met alle negatieve gevolgen daarvan zoals in toekomstige sollicitaties, met onmiddellijke ingang te rechtvaardigen. Gelet op alle omstandigheden van het geval komt het de kantonrechter billijk voor aan werknemer een vergoeding toe te kennen van € 70.000 bruto (C=0,9).