Naar boven ↑

Rechtspraak

Stichting Woningstichting Naarden/werknemer
Rechtbank Midden-Nederland, 10 december 2014

Stichting Woningstichting Naarden/werknemer

Ontbinding arbeidsovereenkomst bestuurder woningstichting wegens verstoorde arbeidsrelatie. Hoewel de WNT als uitgangspunt wordt genomen, leidt toepassing van de norm van € 75.000 tot een onbillijk resultaat, nu het gestelde disfunctioneren niet is komen vast te staan. Toekenning vergoeding € 100.000.

Werknemer (52 jaar) is in 1984 in dienst getreden van (een rechtsvoorganger van) Stichting Woningstichtingen Naarden (hierna: WSN). Laatstelijk was werknemer werkzaam als statutair bestuurder. Op 21 oktober 2014 is werknemer als bestuurder ontslagen, kort gezegd vanwege verschil van inzicht over de toekomst van WSN. WSN verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Zij voert daartoe aan dat WSN de komende tijd voor serieuze uitdagingen en belangrijke beslissingen staat en dat de RvC van de bestuurder een bestuurlijk proactieve rol verwacht. Ook is daarbij een absolute voorwaarde een goede, open en onbelaste relatie met de bestuurder die de koers van de organisatie onderschrijft en deze met een positieve grondhouding in de organisatie en daarbuiten uitdraagt. Het ontbreekt de RvC aan het benodigde vertrouwen dat werknemer hieraan voldoet.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Nu sprake is van een onherstelbaar verstoorde arbeidsrelatie, wordt de arbeidsovereenkomst ontbonden. In tegenstelling tot wat WSN heeft betoogd, is niet gebleken van het (reeds jaren) niet goed functioneren van werknemer alsook dat werknemer reeds ‘in 2012 en 2013 zou hebben aangegeven dat het voor hem genoeg is geweest’. De beëindiging van het dienstverband kan in overwegende mate aan WSN worden verweten. Bij een neutrale toepassing van de kantonrechtersformule zou een vergoeding ter hoogte van afgerond € 158.762 billijk zijn. In dit geval zal echter de regeling in de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) tot uitgangspunt worden genomen. Toepassing van de in de WNT genoemde norm van € 75.000 leidt in dit geval tot een onbillijk resultaat, zodat de maximering doorbroken moet worden en een hogere vergoeding moet worden toegekend. Dit komt met name door het door WSN gestelde en ter zitting onverkort volgehouden maar geenszins voldoende onderbouwde disfunctioneren van werknemer. Dit maakt de beëindiging van de dienstbetrekking onnodig en onevenredig belastend voor werknemer. Op grond van de door werknemer overgelegde medische gegevens mag ervan worden uitgegaan dat met name deze belasting ernstige impact heeft (gehad) op werknemer. Daarnaast heeft, naar de kantonrechter aannemelijk acht, ook het ontbreken van een goede mogelijkheid voor overleg over het te voeren beleid de beëindiging van de dienstverband voor werknemer extra bezwarend gemaakt. Een vergoeding van € 100.000 is in dit geval billijk.