Rechtspraak
Rechtbank Overijssel (Locatie Almelo), 5 februari 2015
ECLI:NL:RBOVE:2015:679
werknemer/Taxi- en Personenvervoer Oost Nederland B.V.
Werknemer is op 5 november 2012 in dienst getreden van Taxi- en Personenvervoer Oost-Nederland (hierna: TPON), laatstelijk in de functie straattaximedewerker/contractvervoer. Hij is werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst met uitgestelde prestatieplicht. Op 24 mei 2014 heeft werknemer per sms gevraagd wanneer hij zijn loon zal ontvangen en dat hij niet meer zal rijden als het loon in het weekend nog niet is betaald. Op 25 mei 2014 heeft werknemer zich ziek gemeld. Vanaf 2 juni 2014 heeft hij geen loon meer ontvangen. Werknemer vordert betaling van achterstallig loon.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Met betrekking tot de periode tot en met 24 mei 2014 staat vast dat werknemer enkele contante betalingen in die periode heeft ontvangen. Op welke periode de betalingen precies zien is niet gebleken, er zijn nog geen deugdelijke loonspecificaties over die periode verstrekt. De kantonrechter gaat er vooralsnog van uit dat werknemer heeft gewerkt overeenkomstig de weekstaten. Het door TPON verschuldigde wordt geschat op € 1500 over de periode maart 2014 tot en met 24 mei 2014. Dit bedrag wordt toegewezen. Werknemer vordert ook loon ad € 1039,35 bruto over de periode 24 mei 2014 tot en met 4 november 2014, de datum waarop de overeenkomst is geëindigd. Volgens TPON heeft werknemer zelf per sms ontslag genomen op 24 mei 2014, waarin werknemer schreef: ‘Goedemiddag X vraag wanneer je me overige loon overmaakt op mijn rekening plus mijn vakantiegeld .je hebt me al paar keer belooft om t over te maken tot heden nog niks ontvangen . Heb ik het niet dit weekend nog niet op mijn rekening staan dan zal ik deze week vanaf maandag niet meer rijden voor u.’ Geoordeeld wordt dat een duidelijke en ondubbelzinnige verklaring, gericht op beëindiging van het dienstverband, niet kan worden afgeleid uit deze sms. Er speelde een loonkwestie en werknemer heeft verklaard dat de tekst enkel was bedoeld als drukmiddel om achterstallig loon te ontvangen. De zinsnede ‘dan zal ik deze week vanaf maandag niet meer rijden voor u’ kan worden opgevat als een soort opschorting van de verplichting om vanaf maandag te komen rijden, tot het achterstallig loon is betaald.
Werknemer heeft gesteld dat hij vanaf de ziekmelding op 25 mei 2014 ziek is maar TPON heeft dat gemotiveerd betwist. Gesteld noch gebleken is dat er reeds een medisch oordeel is geveld over de vraag of werknemer arbeidsgeschikt of arbeidsongeschikt is/was vanaf 25 mei 2014. TPON heeft geen bedrijfsarts ingeschakeld na de ziekmelding en werknemer heeft vóór het instellen van de onderhavige vordering geen deskundigenoordeel overgelegd als bedoeld in artikel 7:629a BW. De kantonrechter moet een vordering tot betaling van loon bij ziekte afwijzen indien geen deskundigenverklaring als bedoeld in dat artikel is overgelegd. Hoewel sprake is van een kort geding, was in dit geval ruim voldoende tijd voor het verkrijgen van een deskundigenoordeel. De ziekmelding is reeds van 25 mei 2014 en TPON heeft in de buitengerechtelijke fase aangegeven ook vraagtekens te plaatsen bij diens arbeidsongeschiktheid. De loonvordering vanaf 25 mei 2014 wordt afgewezen.